|
|
Is er in het werk van Ben Snijders sprake van een
onderscheid tussen stillevens en naakten? Objectief gezien,
wat dat ook moge zijn, natuurlijk wel, maar proeft u de volgende impressies eens: Het naakt als reflectie van gedachten Het naakt als synthese van zichtbaar licht en voelbare sensualiteit Het naakt als een stilleven, dat zichzelf kan rangschikken Ach, ook dit zijn maar woorden, maar ze laten bij u toch een indruk achter, die suggereert dat het onderscheid hoofdzakelijk verbaal is, hetgeen ook mijn bedoeling is. En net zo min als het wezen van kunst onder woorden gebracht kan worden, kan ik verder uitleggen waar de grens tussen onderscheid en eenheid ligt, maar één ding is zeker: ze zijn van dezelfde geniale hand, komen voort uit dezelfde naar harmonie strevende gedachten en voeren uiteindelijk naar dezelfde ultieme beleving: adembenemende schoonheid. |
Er is nogal eens sprake van nieuwlichterij, waaraan ik mij
graag mag ergeren. Zo is ons onlangs als verschijnsel van
voortuitgang opgedrongen dat de beeldbuis een breder formaat
dient te hebben. Mijn Nederlandse imborst geeft mij bij voorbaat
in dat dat hoofdzakelijk komt omdat er ergens mensen zijn
die daar flink aan kunnen verdienen -maar dat is nog tot daaraan toe,
want dat kan ook bij nuttige zaken. Ernstiger echter is de dreigende ondermijning van het picturale volksbewustzijn. Wat blijft er over van het principe van de gulden snede, als je de linker- en de rechterkant van het beeld niet eens tegelijk kunt zien? De diagonalen halen de hoeken niet meer, willen ze althans niet als mislukte horizontalen overkomen. Toen kreeg ik het schilderij "Sanne in Laat Zonlicht", hier afgebeeld, onder ogen: prachtig en toch in breedbeeldformaat. Van één ding ben ik nu overtuigd: schilderkunstige principes zijn net zo arbitrair als de afmetingen van de volmaakte beeldbuis. |