BACK
Ben Snijders


"Blauw Stilleven met Flesjes en Barbara" 2004, olieverf/doek, 35 x 40 cm - Euro 18.000

Kunst- en Antiekjournaal, november 2001
Een Kleur als Geschenk

Het is zaterdag 3 november. Over drie kwartier zal de tentoonstelling van Ben Snijders in Anloo, in feite een proloog van die in Slot Zeist, opengaan. Snijders loopt nerveus heen en weer, verschuift de tafels in het midden nog een paar centimeter, zodat ze perfect in het lood staan ten opzichte van het kleine kabinetje, waarin de drieluikjes uit de zeventiger jaren hangen. Mijn werk is gedaan. De schilderijen hangen, zijn voorzien van titelkaartjes, de laatste spots zijn aangebracht, en zorgvuldig gericht op zoveel jaren schilderwerk.

Ik heb tijd over, en richt ogen en gedachten bewust op iets wat al dagen door mijn hoofd speelt. Al jaren zijn toeschouwers lyrisch over het blauw van Snijders. Al die jaren ben ik zelf lyrisch, niet alleen over zijn blauw, maar ook over zijn écru en zijn rode accenten, en minstens evenveel over zijn lichtbehandeling, over die onvoorstelbare visuele rijkdom van alleen al de achtergronden in zijn schilderijen. In de voorbereidingen naar deze tentoonstellingen realiseerde ik mij hoe ik door enthousiaste toeschouwers was beïnvloed, want nu pas zag ik hoe weinig blauw er nodig is, wil de indruk van een volle kleur blijven hangen. Het is iets als met wijn. De allerbeste Franse wijn is niet zoet en niet zuur, maar herbergt een complex samenstel van smaakimpressies, dat zonder literair talent niet onder woorden is te brengen. Min of meer tot mijn verrassing, en gek genoeg kwam het me tegelijkertijd als vanzelfsprekend voor, is er met het kleurgebuik van Snijders iets vergelijkbaars aan aan de hand. Er zijn inderdaad schilderijen, waarin ondubbelzinnig blauw domineert, maar in de meeste als blauw ervaren schilderijen is de pure kleur slechts sporadisch aanwezig. In de rest van het schilderij transformeert het blauw met vele toetsen naar iets dat als kleur ondergeschikt is, dat dient om het lichtspel de vrije loop te laten, de compositie te verrijken en zijn evenwicht te geven.

Ik heb me die drie kwartier danig lopen verwonderen, over Snijders talenten, over mijn eigen manier van waarnemen, over de reacties van de toeschouwers. Ooit heb ik geprobeerd de kleurenleer van Itten te doorgronden. Ik heb zijn boekje niet uitgelezen, omdat zijn wetenschappelijke benadering dikwijls verzandde in een, overigens enthousiaste, subjectieve interpretatie. Achteraf ben ik hem daar eigenlijk wel dankbaar voor. Het is zoiets als met de golflengte van tonen. Als je een piano volgens natuurkundige principes stemt, klinkt hij vals. De stemmer laat zich leiden door zijn gehoor, en wijkt daarmee af van wat volgens die principes het resultaat had moeten zijn. Ik vraag me af of Itten dat ook zo dacht, maar het pakte in ieder geval wel ongeveer zo uit.

In de schilderijen van Snijders speelt die complementaire kleur-benadering een ondergeschikte rol, maar ik vind rust bij de gedachte dat je met een heel klein beetje kleur op de juist plaats de halve wereld gelukkig kunt maken. Die drie kwartier in het Sint Magnuskerkje in Anloo heb ik de schilderijen van Snijders weer voor het eerst gezien. Het verleden was even gewoon heden, al weet ik al iets van de toekomst.

Het geval is namelijk dat een van de allerlaatste schilderijtjes van Snijders niet blauw, maar rood is. Weer was daar die eerste indruk: zulk rood heb ik nog nooit gezien, nog nooit zo warm en diep, zo veel op zo'n klein oppervlak. Ik hoefde er nu geen kwarteeuw over te doen om met andere ogen te kijken. Ik moest namelijk een digitale foto bewerken, en belandde in een toestand van grote twijfel. Was het nu te rood, of was het dat niet? Als ik keek naar het schilderijtje zelf, was daar weer die vlammende impressie, als ik keek naar de beeldbuis, was daar het ongeloof: zo rood kan het niet zijn. Ik kroop in het schilderij, vergat me te laven, en zocht naar een verklaring. Hoeveel ongecompliceerd, helder rood zat er eigenlijk in. En ik zag dat het rood was gedempt door vele tonen van -wat zal het zijn geweest, gebrande siena?- bruinige transparanties. De echte primaire ongedempte rode kleur schemert hier en daar door de transparante toetsen heen. Weer is daar die magische dosis, waaraan de toeschouwer zich kan laven zonder verzadigd te worden. Wie zijn blik afwendt hoopt op slag naar meer, en draagt die honger naar dit geschenk van een kleur met zich mee, tot de volgende confrontatie.

Waarde lezer, ik had u willen vergasten op een tractaat over de registreerbare gaven van Ben Snijders, over compositie en lichtbehandeling, over detail en breed gebaar. Ook over zijn naakten en portretten zijn pagina's vol te schrijven, maar het werd de beschrijving van een enkele impressie, die voelt als hunkering en herkenning tegelijk. Ik heb eindelijk eens het gevoel dat ik woorden vond die iets dichter komen bij die onbeschrijfelijke ervaring, waarnaar ik mijn hele leven al zoek en onverzadigbaar zal blijven zoeken, en die ik vind in Snijders' schilderijen: adembenemende schoonheid.

Koen Nieuwendijk

(Kunst- en Antiekjournaal, november 2001)



BACK