Nicolas van Ronkenstein laat zich in algemene zin inspireren door een mengsel van mythen, sagen en legenden, waarmee hij refereert aan het fenomeen dat mensen altijd naar een verklaring van het leven zoeken in het onverklaarbare. Hij plukt daartoe, met iconologische willekeur, uit wat hem over oude beschavingen te binnen schiet.
Daarnaast is het ook Van Ronkenstein's ideaal om de gratie van een beweging in brons te kunnen uitdrukken, zonder speciaal concessies te doen aan de vorm van de gestalten, zonder gebruikmaking van een ideaalbeeld van de mens dus. Dus laat hij de dikke gedaanten geheel onverhuld, en hun gelaat dikwijls juist niet. Waaruit dus naar voren komt dat hij de ploeterende mens met een onverwoestbaar welwillend oog bekijkt. |
Generally speaking Nicolas van Ronkenstein derives his inspiration from a mélange of myths, sagas and legends which he uses to refer to the phenomenon of human beings always seeking to explain life through the inexplicable. To this end he picks and chooses with iconological capriciousness from whatever happens to come to his mind about ancient civilisations.
Moreover, Van Ronkenstein's ideal is the ability to express the poise of a movement in bronze without making any particular concession to the shape of the figures, i.e. without using an idealised image of man. And so he leaves the chunky figures entirely uncovered, more often than not in contrast to their faces. All of which puts across the unstintingly charitable angle from which he observes the toilings of man. |