BACK

Alexandra van Thiel

      
     
       Onbekend talent in Haren
Door Marco in ’t Veldt - Harener Weekblad, 07-02-2008

Ze lijkt uit het niets te komen. Op beurzen vragen mensen ‘Wie is dat dan?’Ze lijkt een kunstschilder zonder verleden, zonder opleiding. En dan is er opeens haar werk: eenvoudige stillevens. Maar wat een techniek! Maak kennis met Alexandra van Thiel.

“Ik ben in 2000 begonnen met schilderen,” vertelt Alexandra van Thiel (1957), terwijl ze me vriendelijk binnenlaat in haar woning. “Ik heb mezelf omgeschoold tot schilder. Na de geboorte van ons derde kind ben ik om me heen gaan kijken. Ik wilde aan het werk, maar niet meer in mijn oude beroep. Ik ontdekte toen de schilders van het Noordelijk realisme zoals Helmantel uit Westeremden. Ik heb lessen genomen bij decoratieschilder Tineke Slot-Jorritsma. Zij leerde me technieken zoals marmeren en ze heeft me alle kanten van de verf laten zien.” Nog vóór de decoratielessen ontstond het eerste schilderij: ‘het eitje’. Van Thiel haalt een klein schilderijtje tevoorschijn. Een voorzichtig probeersel, ‘te bleek’ vindt ze zelf. Van Thiels schilderijen werden snel beter. “In het begin heb ik veel schilderijen verprutst, maar ik bleef het proberen. Ik heb veel in boeken opgezocht: hoe doen anderen het?”

Verkoop
Na vier jaar vond van Thiel het tijd om eens te kijken of ze haar schilderijen kon verkopen. Ze maakte een lijstje van vijf galeries, die ze tegelijk benaderde. De galerist van de Amsterdamse galerie Lieve Hemel uit de chique Nieuwe Spiegelstraat kwam naar het hoge Noorden om met van Thiel te praten. Hij was optimistisch over een samenwerking maar wilde eerst nog een tijdje haar ontwikkeling volgen. Maakte ze genoeg schilderijen? Leverde ze wel constante kwaliteit? Na een dik jaar had van Thiel de test doorstaan en werd de deal beklonken. Ieder schilderij dat ze nu maakt wordt via galerie Lieve Hemel verkocht. Van Thiel is daar uiteraard blij mee. “Het komt zeer zelden voor dat iemand debuteert bij een topgalerie.”

Stillevens
Van Thiel vertelt op vriendelijke toon verder over haar werk terwijl ze een korte rondleiding geeft door haar doorzonwoning. In de huiskamer hangt een prachtig portret van haar oudste dochter. Een kamer op de eerste verdieping is ingericht als atelier. Het staat er propvol. Op de ezel staat een schilderij in wording, langs de wand tien schilderijen in diverse stadia van voltooiing, op planken en kasten staan voorwerpen van de rommelmarkt: de voorbeelden. ”Ik schilder veel voorwerpen uit onze eigen tijd. Ik werk niet – zoals bijvoorbeeld Helmantel – naar zeventiende-eeuwse voorbeelden. In veel van mijn stillevens speelt typografie een grote rol: letters, brieven, boeken. Mijn schilderijen vertellen een verhaal, je wilt de brief als het ware pakken en verder lezen.”

Stadsmens
Hoe komt het dat iemand op zo’n laat punt in haar leven besluit schilder te worden? En hoe bereik je dan deze kwaliteit? Van Thiel groeide op in Brabant: “Ik ben opgeleid als grafisch ontwerper en heb in dat beroep gewerkt totdat in 1995 onze oudste dochter geboren werd. Toen stopte ik met werken. Op een bepaald moment zijn we verhuisd naar een groot huis in het Groningse Hornhuizen. Toen ik daar begon te werken had ik er natuurlijk een prachtig atelier, maar het was een gouden kooi. Ik ben een stadsmens en ik kon niet aarden op het platteland.”

Talent
Ik vraag door, omdat ik wil weten ‘hoe het kan’. Van Thiel: “Misschien is het doordat ik als grafisch ontwerper geleerd heb om te kijken. Schilderen is bijna meer kijken dan techniek beheersen. Ik kijk ook veel naar andere schilders, maar zoek dan juist naar een eigen manier om iets te doen. Ik zou me schamen als ik een epigoon zou zijn en leg de lat voor mezelf steeds hoger. En ik heb al vroeg geleerd om te improviseren. Net na mijn studententijd had ik weinig geld en maakte ik collages waaraan ik allerlei goedkoop materiaal toevoegde: nagellak, oogschaduw en dergelijke. In die tijd heb ik geleerd dat ik ‘met alles, alles kan maken.’ Daardoor heb ik ook zelfvertrouwen gekregen. Toen ik zeven, acht jaar geleden weer wilde gaan werken, wilde ik niet terug in mijn oude beroep als grafisch ontwerper en ging met olieverf aan de slag. Geruime tijd later zag ik op een expositie bij galerie Wildevuur werken van een fijnschilder, met radijsjes en dergelijke. Ik dacht toen: “Dat kan ik beter en mooier.” Ik ben vervolgens uit een soort ergernis enkele stillevens gaan schilderen en zo begon het. Ik werk hard, probeer dertig uur per week te halen, tien schilderijen per jaar.” Aan het eind van de rondleiding heb ik veel gehoord, maar eigenlijk weet ik nog steeds niet hoe een autodidact, in zo korte tijd, schilderijen van deze kwaliteit kan maken. Enigszins gefrustreerd verlaat ik het huis, terwijl ik constateer dat er maar één verklaring overblijft, die tegelijkertijd ook weinig verklaart: Van Thiel heeft een uitzonderlijk schilderstalent.
     


BACK