|
Als ik dit schrijf is het 2 december 2000. Tweeëndertig jaar geleden is het
begonnen, in een piepklein keldertje in de Sint Jorisstraat, hartje Amsterdam. Ik maakte
me zorgen of ik de volgende dag nog wel voldoende spullen had om te verkopen,
maar dat viel reuze mee, want ik verkocht iets voor het astronomische bedrag
van vijf gulden. Die les hielp niet, ik heb dit soort euforische
toekomstverwachtingen nooit van me af kunnen schudden, hoewel de
rode-stippen-fabrikanten toch een goede klant aan mij hebben.
Ooit, in de loop van die bloemrijke jaren op de Vijzelgracht, heb ik eens
het duiden van kunst gerelativeerd door een openingstoespraak toe houden,
ondersteboven hangend aan de prominente T-balk, waaraan menige lange
bezoeker zijn hoofd heeft gestoten -merkwaardig, alleen heren. Helaas heb ik
daar geen foto van, maar de digitale technieken komen mij hier te hulp,
zodat ik ook zonder T-balk dit gedenkwaardige moment op gepaste wijze kan
illustreren.
|