Cadeautje XVIII |
Waarom is de burger zo geïntrigeerd door kunst, en dan vooral het doen en laten van kunstenaars? Ik ben deskundige op beide terreinen, want ik ben burger en ik doe in kunst, dus ik zal het u vertellen. Burgers mogen niet liegen, maar kunstenaars wel. In naam van de kunst mag bijna alles. Als de vernieuwingsdrang afdwingt dat het in de lengte doorzagen van een giraf moet gebeuren tijdens de opening van het vernieuwde Stedelijk Museum in Amsterdam, en dat er binnen twintig minuten gehaktballetjes van het model worden geserveerd, plakjes huid binnen tien minuten tot dampende portefeuilles worden getransformeerd, de gemalen nagels van het edele dier middels een bladblazer binnen vijf minuten met de gemeenschappelijke luchtvoorraad worden vermengd, de haren met een ladyshave worden bevrijd en binnen drie minuten boven drank en hapjes worden uitgestrooid, dan moet dat, betovering of niet, kunnen. Dat komt omdat echte kunst meestal fictie is. En u gaat mij toch niet vertellen dat fictie in de Dikke Van Dale het lemma gaat worden van bedrog zonder commercieële oogmerken? Of althans, van de goegemeente mag kunst niet commercieel zijn, of althans, volgens mij kan het de burger niet zo veel schelen, als hij of zij het maar mooi vindt. Maar de burger, waarvoor met verondersteld zelfreinigend vermogen het niet-liegen nu eenmaal de norm is, kent een woord dat ingelijst in de vitrine mag, betoveren. Een kunstenaar die betovert is een kunstenaar die de grenzen van de burgerlijke betamelijkheid mag overschrijden. Na eten en drinken en onderdak is betoveren samen met betoverd worden de vierde levensbehoefte. Het goed is schaars, wat men ook roept. Het zal Umberto Eco helpen als hij beseft dat niet het mondiale vernieuwingsvermogen de norm moet zijn, maar de persoonlijke beleving, op de vierkante nanometer in de linker lob van de hersenen, die ons het gevoel geeft dat als de verklaring van de reden van ons bestaan dan toch onbekend is, tenminste die gevoelsmatige kunstbeleving, al gaat het over aardappelrooien, met stip onverwoestbaar aan ons leven zin geeft, in de betekenis van zin hebben, zin krijgen en zin zijn. NRC Handelsblad 2-1-2010, Umberto Eco, Kunst verbaast steeds minder. Het Parool 7-1-2010, VVV: geen spijt van reclametruc (n.a.v. het YouTube filmpje in reactie op de negatieve woorden van senator O'Reilly over Amsterdam vroeg men zich af of het geoorloofd is commercieële voorbedachte rade te vermommen als spontane burgeractie). |