Het Rijk der Dieren XV |
Bloemen in de grote stad II |
In mijn kantoor, tussen refreinen van wreed snorfietsgeknetter door, inhaleer ik door de open deur soms de weldadige rust van een lege straat, waar dan alleen flarden van woorden en geritsel van ledematen passeren. Een ritmisch geluid dient zich aan, veroorzaakt door twee politiepaarden, die stapvoets naast elkaar lopen. Het ritme, niet het geluid, verdwijnt binnen een paar seconden, maar groeit vlak daarvoor juist naar een orgastische spanning, in die anderhalve seconde dat de hoeven net niet gelijk het asfalt raken. Waarop ik tot de conclusie kom dat paarden niet door ritme worden geraakt, anders lieten ze dat zo maar niet passeren. Bij tjilpende mussen heb je dat soms ook. De tempi van al die mussen liggen heel dicht bij elkaar, zo, dat met enige tussenpozen het lijkt of zij tezamen een koor vormen, monotoon en eindeloos repeterend. Maar ook zij laten die schijn van ritmische samenhang binnen een paar seconden weer varen. Stond vroeger het slaapkamerraam open en had ik koorts, dan werd ik daar gek van. Je zou kunnen tegenwerpen dat die dieren juist wel een subtiel gevoel voor ritme moesten hebben, waardoor zij daar zo sterk door werden geraakt dat zij maar kort die strakke hypnotische discipline konden verdragen, en die daarom snel weer loslieten, om toch keer op keer terug te keren naar dat ene moment van opperste ritmische bevrediging. Maar van paarden kan ik dat moeilijk beweren. Paarden zijn van zichzelf schichtige en nerveuze dieren, dus hoe zouden die, kalmpjes en onderworpen voortkuierend met die dienders deinend op hun rug, achter die onaangedane ontspannenheid een wilde hunkering naar ritmische hoogtepunten kunnen verbergen? Later schoot me te binnen dat paarden misschien wel volstrekt allergisch zijn voor ritme, want dat is toch altijd een optie in het rijtje voor-tegen-geen mening. Ze dansen weliswaar in het kader van dressuur, maar swingen doet dat niet. Deden zich uitslovende BNners het zo, dan zou de aardigste kwalificatie luiden "goedbedoeld", maar dat zeg je nu eenmaal niet van een paard. Nog weer later bedenk ik nederig dat ik in het bovenstaande steeds de menselijke maat als ijkpunt neem, en helemaal niets van dieren begrijp. |