BACK

Weekly Residuum 376 - april 2008 A
© foto en tekst Koen Nieuwendijk


foto © 2008 Koen Nieuwendijk


U kunt niet met zuiver geweten over straat lopen als u niet beseft dat mensen in hun pogingen iets goed te doen voor de maatschappij in de fout kunnen gaan. Het is statistisch zelfs onmogelijk dat dat niet gebeurt. Daarmee is verontwaardiging op morele gronden zinloos. Het heeft dus zin te weten wat de intentie van de pleger was, voorafgaand en gedurende het plegen van de omstreden daad. Wie het goed bedoelde moet worden vermaand in plaats van gestraft. Dat kan wat vaag klinken, maar er is nou eenmaal weinig helder in ons denkend leven.

Waar het nu om draait is dat ik in eerste instantie op het verkeerde been werd gezet door een uitspraak van Rudy Kousbroek, in Vrij Nederland, die op 3 april werd geciteerd in Het Parool: "Respect voor het geloof betekent altijd tolerantie voor de dwaling". Ha, dacht ik, hij snapt het, hij laat ruimte voor minder geoefende denkers, hier ben ik het mee eens. Totdat de zinnen ervoor en erna tot me doordrongen. Kousbroek bedoelt, als ik het citaat mag geloven - naslaan is een luxe - dat respect voor geloof iets verwerpelijks is. Evenwel, de huidige tussenstand van de wetenschap laat volkomen in het midden waar de finale ontrafeling op uit zal draaien. Aan de overtuiging van zowel het bestaan als het niet bestaan van God ligt een dwangmatige wens ten grondslag. Die van de gelovige laat ik even rusten, maar die van Kousbroek legt geloof in eigen superioriteit bloot. Zelfs als dat achteraf terecht blijkt, dan nog zou nederigheid in plaats van vernedering onwetenden toegankelijker maken voor discussie over hun principes. Ik moet weer denken aan mijn leraar nederlands op de middelbare school, die met hese stem en bolle borst, en ogen vol domheidshaat, de leerlingen fileerde en neersabelde die het waagden de kristalheldere eenvoud van het instrument taal te bezoedelen met hun grammaticale verminkingen.

Van dat soort mensen leer je minderen te haten, terwijl ze het toch zo goed bedoelen. Uit het voorgaande vloeit dan voort dat wij Kousbroek onder het lankmoedige regime moeten plaatsen. Hij is van nut, maar moet herschoold worden in het accepteren van zijn mindere medemens. Hij mag zich niet langer afzetten tegen hun mindere vermogens, maar moet de zijne inzetten om die te verbeteren. Dat is zwaar werk, jezelf dwingen te denken en te communiceren op een lager niveau dan waarop je je thuis voelt. Dat is ondankbaar werk, want de minderen zullen hem niet-begrijpend aankijken, en de harde kern van superieuren zal hem minachten. Maar vergeet niet, mensen als hij, die hebben we nodig, al was het maar om te beseffen dat een surplus aan kennis en inzicht een voorrecht is met verplichtingen.

Want weet u wat het is, als wij naar anderen zouden kijken zoals we dat doen naar onze kinderen, dan werd het doorgronden van de zin van ons bestaan bijzaak. Ooit werden wij leerlingen, leerlingen zullen wij blijven.



Correctie 19 augustus 2019: "U kunt niet zonder zuiver geweten over straat lopen..." werd "U kunt niet met zuiver geweten over straat lopen...".





BACK