Redt het Erfgoed I |
Het is nooit makkelijk je ongelijk te erkennen, en zeker niet om, als dat nodig dreigt, dan onbevangen naar je eigen capriolen te kijken. Het voelde zodoende leerzaam aan te lezen hoe medeburgers, die getergd werden door hanengekraai, hun geding verloren. Best mogelijk dat er onder u zijn, die niet tegen gezoem, gesuis, geklepper, gejammer, geschraap of gedruppel kunnen, dus als u serieus meedenkt vervangt u de genoemde ergernis door gewoon uw eigen hoofdbron van irritatie. Toch kan ik me de keerzijde ook heel goed voorstellen. Dat werd niet lang geleden in een vergelijkbaar geval zo mooi verwoord in de protesten van naar het platteland migrerende stedelingen, die, nadat ze eerst de warme bakker in de bebouwde kom om zeep hadden geholpen, gingen klagen over de stank van mest, terwijl die daar al eeuwen op gezette tijden door de lucht walmt. U en ik natuurlijk niet, maar er moet toch flink geklaagd zijn voordat standvastige ambtenaren met de wet in de hand de bakkerijen konden verbieden naar brood te ruiken. Voor de bakkers is het nu te laat, maar hoe lang mogen onze koeien nog gewoon buiten in het weiland met kletterend geweld hun vla deponeren? Het wordt tijd dat Monumentenzorg ook authentieke geuren tot ons onvervreemdbare erfgoed verklaart en tevens dat de Europese Autoriteit tot regelgeving komt die het niet alleen mogelijk maakt reservaten aan te wijzen waar die geuren beschermd zijn, en derhalve vrijelijk verspeid mogen worden, maar alle gebieden, die op enigerlei wijze profiteren van landbouwsubsidies, verplicht in de daartoe geëigende seizoenen penetrante mestgeuren te verspreiden, of er nou varkens of koeien rondlopen of niet. Dat zal die stedelingen leren. |