Zieleheil |
Neem uw laatste lege fles, keer die om en los in de ziel een bruistablet vitamine C op. Neem dit brouwsel in één teug in. Hoe ongelovig u verder ook bent, uw gemoedsrust is er bij gebaat. Het is een beginnetje, maar u ziet, er is dus wel degelijk meer tussen hemel en aarde. Het gekke is alleen dat op het moment dat u eraan gewend bent, u niet spreekt van geloven, maar van weten. U ziet hopelijk toch niet over het hoofd dat tot nu toe alle moeizaam verworven inzichten, op die ene in de badkuip na, zijn vervangen door andere, dus waarom zou ons dat in de toekomst bespaard blijven. Het getuigt daarom van wijsheid om die instulping in de onderkant van de wijnfles, die wij bij afwezigheid van diepere gedachten zouden rubriceren als poging tot oplichting -tenslotte zit daar lucht en geen wijn- de ziel van de fles te noemen. |
Dank zij die specifieke menselijke onhebbelijkheid om tijdens de Kerstdagen te veel wijn te drinken zie ik kans bij te dragen aan de louterende sfeer die in deze periode uit alle macht rondwaart. Dat ligt toch weer gecompliceerder dan het zo klinkt. Zeg goede wijn, uw wangen gaan blozen. Zeg azijn, en van uw oren tot uw sleutelbeenderen trekken de spieren samen. Zeg wijn, maar denk azijn, en daar gaat de Kerstgedachte.
Mijn bijdrage veronderstelt het schenken van uitstekende wijn. Dat is verre van vanzelfsprekend, want jarenlange ervaring heeft geleerd dat als men wijn drinkt zonder streng te selecteren, driekwart zuur blijkt te zijn. Gelukkig beschikt de mens over die zeldzame eigenschap die inhoudt dat hij zich iets kan inbeelden, dus als de stalletjes worden uitgepakt, is alle wijn lekker, tot na Driekoningen. Het gaat me wat ver om dit verschijnsel ook van toepassing te verklaren op mijn bijdrage, die overigens wegens matigheid en tijdgebrek nog wetenschappelijke onderbouwing moet ontberen, maar ik heb een vermoeden, en daar begint tenslotte alle wetenschap. Sommige wijnen laten in het lege glas een kruidige en zwoele geur achter, die na ieder glas sterker wordt. Ik denk dat deze wijnen op hout gelagerd zijn. Het komt zelden voor dat ondrinkbare wijnen deze eigenschap hebben. Hetgeen betekent dat de euforische staat, die u kunt bereiken na een aantal glazen uitstekende wijn, een bovenproportioneel effect heeft op de perceptie van de geur die die wijn in het lege glas achterlaat. Er komt onherroepelijk een moment dat het ruiken het drinken overtreft. De reuk wint het van de roes. Hetgeen, afhankelijk van het resterende bewustzijn, als zeer bevredigend kan worden ervaren. In meerderlei opzicht. Ik vind dat in alle bescheidenheid een mooie en practische kerstgedachte. |