Een Gedeelde Drol is een Dubbele Drol |
Op bovenstaande foto ziet u dat het omcirkelde keitje op de Dam verkeerd om ligt. Ik vind dat dat niet kan. Nu weet ik zeker dat de binnenstad vol zit met pietlutten als ik, dus ik kan er niet goed bij dat de gemeentelijke politici het aandurven de aandacht van deze kritische autochtonen op een miniatuurbestuursorgaan te richten. Ai, weer een bult op mijn hoofd, ik snap het al, ze wilden van ons af. |
Wat word ik daar droevig van, van het referendum over de deelraad van de binnenstad van Amsterdam. Wat moet je daar nu over zeggen, zo onpartijdig mogelijk dan. Dat de wet niet deugt, dat de politici niet deugen, en dat de kiezer niet deugt. Maar de kiezer kan pas laten zien dat hij deugt als de wet deugt, want als zowel de voorstemmer als de tegenstemmer weet dat de kiesdrempel met opzet zo is gekozen dat bij het kiesgedrag, zoals wij dat al sinds de afschaffing van de opkomstplicht vertonen, een overwinning onmogelijk is, dan slaat betrokkenheid om in demokramp. Dat is martelen van de meerderheid.
Kiezer en wet kunnen we tegen elkaar weggestrepen, blijft over dat de politici niet deugen. Welke dan. Degenen die de kiesdrempel hebben doorgedrukt, en degenen die hiervan misbruik hebben gemaakt. Wie dat zijn. Ik wil het niet weten. Te veel. Wat heb ik geleerd van dit referendum? Dat ik voorlopig beter tegen alles kan stemmen dat uit de Amsterdamse gemeenteraad naarboven komt borrelen. Of dat helpt? Ja en nee. Nooit helemaal, maar het moet toch mogelijk zijn op zo'n niveau uit te komen dat we ons zonder wrok schikken als we onze zin niet krijgen. Volgens mij is dat de enig juiste interpretatie van het gemaltraiteerde woord democratie. Nu moet ik mijzelf uit zelfbehoud onverschilligheid opleggen. Ik vind dat een grimmige gedachte. O ja, het vierde punt. De vraag. Hoe het zit met de vraag. De vraag waar stemmers ja of nee op moeten zeggen. Dat wil zeggen, de vraag was voor de verandering eindelijk eens kraakhelder, maar wie moest hem beantwoorden? Wat zouden de Friezen ervan vinden als de Limburgers zich met hun twee-talige straatnamen gaan bemoeien? Ik moet de krant er nog op navlooien, maar als ik niet kan vinden wat ik bedoel deugt die ook al niet: hoeveel bewoners van het doorgedrukte stadsdeel zijn tegen hun eigen deel? Maar we blijven neutraal, vandaar de uitsmijter: koude bril, koude bil. |