Dat was wel het laatste wat ik had verwacht. Gedachten, dacht ik, zijn er toch, of je ze nu vastlegt of niet, maar dat schrijven doet iets met je denken, met je geestesoog, met je eigenbeeld, met je perceptie. Dat bevestigt een vermoeden dat al langer in mijn hersenpan sluimerde, namelijk dat schrijven niet in de eerste plaats het beheersen van de een of andere taal is, maar het vermogen om een brug te slaan tussen denken met diepgang en het kundig en smakelijk vastleggen daarvan. Hoor ik daar iemand roepen dat de kunst van het verwoorden doorslaggevend is? Ik ben vandaag in een toegevende bui, maar zou niettemin een parallel willen trekken met schilders, die wel in staat zijn potjes perfect na te schilderen, maar mij toch niet boeien. Daar barst het van in Nederland. Gelukkig maar, want anders ontbrak het de beteren aan een referentiekader, al doet de kunstwereld net alsof dat voor kunst niet geldt, maar wij weten beter. Kunstenaars zijn mensen, zij hopen net als wij, tegen beter weten in, houden bovengemiddeld vol -er moet een olympische sport stillevenschilderen komen- en accepteren moeiteloos de suprematie van hun ideaal. Hetgeen betekent dat die zuivere ellips en die rake stofuitdrukking niet toereikend zijn om in de schildershemel te komen, net zomin als een smetteloze grammatica leidt tot de Bruna-prijs. Hetgeen ook min of meer betekent dat getalenteerde schilders, die zich bedienen van beelden om niet te hoeven verwoorden, net zo goed een brug slaan tussen hun gedachten en gevoelens -nog lastiger dus-, en wat zij ervan brouwen, al wordt het bewijs zo wat moeizaam. Precies, dat is de clou van denken. Het lijkt of het vanzelf gaat, maar niets is minder waar.
|