Flinke Taal |
Ik protesteer namens Govert Flinck *). Het maakt niets uit of die man al ruim driehonderd jaar dood is. Ik heb nergens in de Rechten van de Mens gelezen dat die vervagen na iemands overlijden. Natuurlijk, eenmaal dood kun je het stellen zonder bepaalde rechten, maar het kan toch niet waar zijn dat zoiets als respect verjaart? Het merkwaardige is overigens dat we meer vertrouwd zijn met het omgekeerde. Naarmate de jaren verstrijken geven slechte eigenschappen dikwijls extra glans aan een reputatie, omdat die appelleren aan onze hang naar romantisering. Als hij geen kwaad meer kan doen is een geniale schurk het mooiste wat er is. Maar ik dwaal af. Dus als professor Ernst van de Wetering liever zijn tong afbijt dan hardop te veronderstellen dat Goldreyer waarschijnlijk alle schilderijen van Barnett Newman heeft gemaakt, omdat hij, al zouden er grondige vermoedens zijn, een stevige schadeclaim kan verwachten als hij zijn beweringen niet hard kan maken, waarom zou hij dan niet even zorgvuldig omspringen met de reputatie van Govert Flinck, juist en vooral bij gebrek aan nazaten of zaakwaarnemers? Of kijk, eindelijk dient zich een zinvolle taak aan voor de raad van stadsdeel De Pijp, want dat is nog eens wat anders dan de hopeloze strijd tegen hondepoep. *) Naar aanleiding van het onlangs nieuw ontdekte schilderij van Rembrandt, dat verborgen was onder andermans penseelstreken, waarvan Ernst van de Wetering openlijk opperde dat die wel van Govert Flinck zouden kunnen zijn. |