De Kunst van Het Overleven I |
De IT-sector in Amsterdam laat zich niet kisten. Kantoor uitgezet? Geen probleem. We werken gewoon door tot er weer betere tijden aanbreken. We graven een kuil, vinden stroom en een glasvezelkabel, en hup draaien maar. |
Er zijn van die perioden dat ik veel in restaurants eet. Na een tijdje verlies ik dan het jonge-honden-gevoel. Ik ga me afvragen wat er nu weer fout zal gaan, of vies zal smaken, of de wijn zijn prijs rechtvaardigt, hoe het personeel met lange wachttijden omgaat, en zo meer.
Ik kom hierop omdat ik twee jaar geleden een prachtige wijn voor een redelijke prijs heb ontdekt, waarvan ik zoveel heb ingeslagen dat ik bang ben dat ik niet snel genoeg drink om het verouderingsproces voor te zijn. Van de wijn bedoel ik. Ik moet nu even een gedachtensprong maken. Een van de merkwaardigheiden van de gezonde Amerikaanse man is dat hij onder alle omstandigheden een fenomeen weet op te rakelen dat hoger, langer, dikker, zwaarder, ijler, duurder is dan wat dan ook ter wereld. De Nederlandse vrouw daarentegen prefereert de sensatie iets voor het grootst mogelijke van-voor-verschil verkregen te hebben. Mijn wijn ligt daar tussenin. Maar dit is slechts bijzaak. Waar het om gaat is dit. Zoals je een reeds lang geleden overleden kunstenaar afrekent op zijn beste prestaties -wat niet hetzelfde is als de juiste opvatting dat je een verdachte niet als schuldige mag zien zolang die schuld niet is bewezen- moeten we ons afvragen of wij ons wel realiseren dat het genieten van het positieve -in termen van overlevingskansen- aanzienlijk zwaarder weegt dan het gelijk van de meerderheid. Kortom, ik hecht eraan met nadruk naar voren brengen dat ik een aantal recente restaurantbezoeken bij voorkeur memoreer op grond van de zaken die goed of uitstekend waren, zonder mijzelf het genoegen te ontzeggen de missers in plastische bewoordingen onder uw aandacht te brengen. Waarmee ik wil zeggen dat ook als men begunstigd is met een karakter dat niet veelt iets van vergeving te formuleren, dat men dan juist een dubbel voordeel heeft: er is iets goed en er is iets slecht, met beide kan men zich vermaken. Toch stoor ik mij nog steeds aan dat restaurant, waar de amuse bestond uit een echte oester. Ik gruw van oesters. Ik mis culinaire recensenten die niet van zulk soort zaken houden, en van ander voedsel van het slijmerige, drillerige, glibberige, taaierige soort. Ik mis ook, om het eens van de andere kant te bekijken, arrangementen, waarbij men gedropt wordt op een onherbergzame kust, waar men zich gedurende een week in leven moet zien te houden met wat de zee biedt: fruits de mer, zonder bord of casserole, alles rauw en met de handen. Dat moet voor de liefhebbers een paradijs zijn. Zou ik daar nu onaangekondigd aanspoelen, dan zou ik natuurlijk meedoen, zo flink ben ik ook wel weer, maar niet tegen betaling. Maar goed, men had geen alternatief voor die ene amuse in dat restaurant. Ik ervaar dat als arrogant. Je telt niet mee als je niet van oesters houdt. En dan reken ik u niet eens aan dat ze levend worden geserveerd, doorgeslikt. Denkt u nu niet dat ik benauwde culinaire ideeen heb. Het hoofdgerecht namelijk bestond uit een heerlijk stukje kalfsvlees -we deden nog wat lacherig over bse en mkz- met daarop, zoals aangekondigd, paté-achtige zoete slingers van ganzenlever, met daarin iets krokants. Ook daar gruwde ik grondig van, zonder recht van spreken overigens, want hiervoor had ik gekozen. En risico, dat hoort erbij. Maar ondanks de amuse en de slinger op het hoofdgerecht blijft mij die avond als geslaagd bij, want die wijn was verrukkelijk. Bescheiden, licht ontdeugend, maar toch wat preuts, iets poëtisch, een beetje droge tuingrond, en tegelijk ook zwoel, als een afgezakt BH-bandje over een blote schouder. Ik durf in restaurants nooit te vragen waar ze de wijn vandaan hebben, want dan zou uitkomen hoeveel keer die over de kop is gegaan. Dat is absoluut een vorm van plaatsvervangende schaamte, want ik heb heerlijk gegeten en gedronken in Parijs, New York en Tokio, maar ook de heerlijkste wijnen waren dikwijls van een verademende redelijkheid van prijs. Met dank dus aan de Nederlandse prijsstelling, voor dat extra genot. |