De geweldloze samenleving bestaat bij de gratie van geduld bij het oplossen van conflicten. Gedogen is daar een essentieel onderdeel van. Wie niet gedoogt, is een dictator. Als twee partijen niet gedogen is er oorlog. Het vergroten van het vermogen tot geweldloos oplossen heeft een complex patroon van interactie in het leven geroepen. Hoe lastig dat ook is, het mag niet omwille van de eenvoud terzijde worden geschoven. Als ik me niet vergis denkt de mensheid wel degelijk geleidelijk intelligenter te worden. Stel dat het in die context wordt gewaardeerd dat je de moeite doet om dat complexe patroon te doorgronden, dan is het toch vreemd dat zo'n doorgewinterde politicus de moed opgeeft.
Of moet de burger tegen de overheid roepen dat hij nu ook af wil van het gedogen? En wat is daarop uw antwoord? Dat een ingewikkelde maatschappij niet alleen inzicht vereist in de complexe mechanismen, zonder welke de democratie in een dichtbevolkt land niet werkt, maar ook het geduld dat nodig is om te wachten tot de processen hun beslag hebben gekregen. Precies, maar wie heeft de taak, als het niet gaat zoals gewenst, voorzover het democratische beginselen betreft, om te laten zien hoe het wel moet? Precies, de overheid. Dus niet door niet meer te gedogen. En wat als regels niet toereikend blijken? Dan helpt gedogen de tijdsspanne te overbruggen, die ligt tusssen groeiende gewoonte en wet, in beide richtingen. De taak van de overheid is ook hier dienend, de burger dienend wel te verstaan.
|