BACK

Weekly Residuum 169 -september 2003 B
© foto en tekst Koen Nieuwendijk



Een schrijver zei laatst tegen mij dat ik niet kan schrijven. Althans dat het amusant was en verder volstrekt zinloos. Of hij dan wist wat de zin van het leven was? Hij wel, maar hij had al toegegeven dat het amusant was wat ik schreef, en al kan het zijn dat ik meerdere doelen tegelijk nastreef, als de herinnering aan mij met een glimlach gepaard gaat, dan zou ik posthuum alsnog een zinvol aspect aan het leven ontdekken.

Maar ik moet toegeven, het was een kapitale fout dat ik niet naar zíjn zin van het leven vroeg, want als ik beweer dat het rustgevende besef van het niet-weten een van de verworvenheden is van de hedendaagse intellectueel, dan zit daar in mijn optiek onlosmakelijk aan verbonden dat, hoe onzinnig een andere overtuiging ook kan zijn, je dan enerzijds beseft dat het proces dat tot inzicht leidt zonder aanziens des persoons moeizaam en langdurig, en niet zelden zonder resultaat is, en anderzijds dat het een dankbaarheid veronderstellende verworvenheid is die mensen het gevoel van rechtvaardiging geeft dat ze beleven als ze vinden dat ze het beter weten dan een ander.

De schrijver zei ook nog dat een zin idealiater niet langer dan acht woorden mocht zijn. Zou dat zijn omdat er amper meer op een grafsteen passen?

BACK