Op Locatie I |
Noord-Afrika, Casablanca, luchthaven Mohammed V, centrale vertrekhal. Voor
een betegelde wand van ruim dertig meter hoog, met plaatselijk verlichte
decoratieve elementen, zijn transparante draden gespannen, waarlangs
druppels naar beneden zakken, maar eerst denk je dat je kijkt naar stralen
loodrecht vallend water. Dat kan natuurlijk nooit.
Midden in die hal hangt aan het plafond een vergulde kegel, waarvan de scherpe punt tot een meter of vier boven de vloer reikt. Het is me een raadsel wat de opdrachtgever of de maker hiermee bedoelt, maar ik zie dat ding voor mijn geestesoog naar beneden storten en een toevallige passant spietsen, dat wil zeggen, eerst wordt het hoofd gespietst, dat daarna uiteenspat, want die kegel wordt natuurlijk steeds breder, waarna het zachte deel van het lichaam zich rondom de punt spant, en vervolgens de benen een merkwaardige houding zullen aannemen. Dringt de punt in de grond, dan wordt het effect des te grotesker. Uit respect voor het menselijk leven wil ik me onthouden van verdere details. Een nieuw monument is dan geboren, maar het is de vraag of dat kan met de betegelde vloer. Houden de tegels het, en blijft de kegel intact, dan zal hij niet omvallen, maar in schuine positie tot rust komen. Ik ben er even onder gaan staan, en vroeg me af of er ergens een knop was waarmee bovenbeschreven gebeuren in gang kan worden gezet. Omhoog kijkend ontdekte ik dat het plafond dienst doet als wijzerplaat, in het centrum waarvan de gouden spits nog steeds geen duidelijke functie heeft, want meedraaien doet hij niet. Waarna het me niet lukte de gedachte te onderdrukken dat in de holle wijzerassen, die de hangconstructie op zeker punt onherroepelijk omsluiten, de lagers zijn vervangen door ronde snijmesjes, zoals men die aantreft in apparaten waarmee loodgieters koperen pijpen inkorten, die bij iedere uurlijkse rondgang een fractie verder in de hangas doordringen, totdat het cruciale punt is bereikt dat de stang zijn last niet meer kan dragen. Waarbij opgemerkt kan worden dat de assemblage zo is gearrangeerd dat men denkt dat die massief is, zodat zelfs zij die zich verbazen over het nut van deze constructie, mochten zij die niet interpreteren als een bijdrage aan de precieze weergave van de tijd, zich niet ongerust maken. Waarna ik me naarboven haastte om een foto te maken. Blijft de prangende vraag of dit een verkapte vorm van monumentaal sadisme is, of meer algemeen een installatie met de krachtige filosofische gedachte in het achterhoofd dat de mens maar nietig en kwetsbaar is, verrijkt met het verworven inzicht dat, waar vroeger alleen het natuurgeweld daar debet aan was, nu ook het handelen van de mens zelf een niet te verwaarlozen factor in de effectieve uitwerking van het noodlot is. |