Redt de Wereld XXIV |
Ik las iets over Cuba en de grillen van Castro. Door mijn gedachten zweven beelden van plaatsen op aarde waar materiële welvaart geen enkele garantie blijkt voor een beschaafd en geweldloos leven. In één moeite door denk ik aan verdwenen culturen en beschavingen en ik zie dan glashelder hoe onmisbaar een redelijk bewustzijnsniveau is voor een voortbestaan, dat niet op geweld is gebaseerd. En dat het lijkt of het soms hier en daar lukt, maar de tegenvallers maken duidelijk dat het dikwijls nog niet zo ver is. Geeft een overhemd enige garantie van beschavingsbewustzijn? Of een auto, of een mobieltje? Een leesbril misschien, hoewel we die heel wat aan de derde wereld hebben geschonken, en van opticiens die niet leveren aan criminelen heb ik ook nog nooit gehoord. Maar een rugzakje, dat komt er dichter bij. Een wandelstok ook, net zoals een pijp. Een paardenstaart daarentegen kan u lelijk opbreken, maar je weet het nooit, het hangt een beetje van het hoofd af waar hij aan hangt. Een NRC Handelsblad onder de arm? Nog niet veilig genoeg, niet meer. Er moet een wijngids bij, een boek van Voskuil en een collectebus. Dat is sowieso een onweerstaanbaar ding, ik geef niks weg aan de deur, maar in een collectebus met een loodje werp ik altijd wel wat. Het nut van spot als bliksemafleider, vraagt u zich af? Lijkt me geen goed uitgangspunt. Je moet geen maatregelen nemen die wangedragers voordeel opleveren. De mens is zwak, en zoekt net als water de gemakkelijkste weg. Nee, ook die metafoor deugt niet, want waarom zou je in hemelsnaam mensen ervan moeten overtuigen dat zij niet de makkelijkste weg mogen nemen voor het bereiken van hun doel? In de wetenschap heet dat economisch handelen. Dat het resultaat soms bar tegenvalt doet voor het principe niet ter zake. Het komt me voor dat het eerste sprankje bewustzijn het besef van moeilijk en makkelijk opleverde, en het tweede het dilemma van goed en slecht, dus wie iets ten goede -of zelfs ten kwade- wil veranderen, zal zich toch van dit besef moeten bedienen, en wie ten overvloede hoopt op een betere wereld, ontkomt nog minder aan een evaluatie van die opties. Wie dan nog steeds denkt in plaats van slaat, is op de goede weg. |