Monologen & Dilemma's II |
Het blijft me verbazen dat de mens meent zich in de voedselketen een status aparte te kunnen toeëigenen, in die zin dat wij, als het niet gaat om eten maar om gegeten worden, altijd onze snor drukken. Nou zou men terecht kunnen opvoeren dat het gebruik van aangeboren eigenschappen, ook als die ten voordeel strekken, niet in alle gevallen tot een veroordeling kan en mag leiden, want bij wie moeten we dan aandringen tot een wijziging van de aanklevende moraal? Kunt u beseffen dat de beste kans van gewetensvol overleven ligt besloten in het vermogen in te zien dat slechts enkele eigenschappen ons scheiden van de status van andermans hoofdmaaltijd? Gezien het louterend effect van het formuleren van eenvoudige verklaringen voor grote ergernissen reik ik u graag de volgende gedachtengang aan. Als er geen reden is om aan te nemen dat de recrutering van aankomende journalisten niet fundamenteel afwijkt van andere binnen het onderwijs plaatsvindende selectieprocessen -hetgeen betekent dat je altijd maar moet afwachten of de betrokkenen enige binding hebben met ons wel en wee- en als we tevens moeten constateren dat er onder ons velen schuilen die er een potje van maken, dan kunnen wij niet anders dan geloven dat menig gedrukt woord met enige reserve moet worden bekeken. Ik maak me zorgen over al die vormen van moderne en actuele kunst, waarvan de uitdragers tot elke prijs probeerden te voorkomen -en nog- dat zij zich bezondigden aan esthetisch beleven. Wie stond er ooit bij stil dat het er in boekvorm prachtig uit zou zien, heel anders dan in de grote kale zalen, waar het revolutionair stond opgesteld. De grote vergankelijkheid van de werken in aanmerking genomen komt er spoedig een moment dat alleen die boeken ons nog resten, met als gevolg dat ons nageslacht zich verbaasd achter de oren krabt bij die discrepantie tussen het opruiende woord en het mooi gedrukte beeld. |