Ik heb natuurlijk best wel moeite met wormen, maar met mijn neiging om iets wat ik niet wens weg te denken heb ik minstens zoveel moeite. Ik kan mij dan ook de gelukkige lezer noemen van een artikeltje over burgers die de biobak in de ban deden omdat zij walgden van de krioelende wormen, terwijl een doorsnee voetbalveld van een rechtgeaarde amateurvereniging er minstens zoveel telt. Waarom vraagt niemand zich af hoeveel slachtoffers er vallen onder onze gezonde hollandse regenworm door die reglementaire slidings? Of door dat uitbundige gekrioel van zich na een doelpunt opeenstapelende voetballers. Misschien beschikt onze worm daarom wel over de eigenschap om na amputatie weer tot een compleet geheel te groeien, zelfs als het dierbare wormenlijf geheel in twee moten is gehakt. Vraag ik mij toch even af of het achtereind een hoofd krijgt, of alleen het hoofdeind een achterste, want als het eerste waar is dan moeten we aanvaarden dat de natuur wat betreft voortplanting andere plannen met ons had. Of misschien nog heeft. Op die gedachte was ik zonder die biobak beslist niet vrijwillig gekomen.
|