Nauwelijks voor Publicatie II |
Een paar dagen later bedacht ik dat ik met het vorige stukje (zie WR 138) wel eens een verkeerde indruk kon wekken, als iemand die graag met de botte bijl hakt, en dus zou reikhalzen naar oorlog, of naar sterke mannen. Zeg nooit nietwaar, hou ik mijzelf altijd voor, maar laat de gevolgen zien, dat houdt in ieder geval de gemoederen bezig, en daarmee is mijn burgerlijk geweten weer even gesust, want moet ik wakker liggen van de constatering dat er niet genoeg mensen naar mij luisteren om hen die hunkeren naar goede raad te doen besluiten dat het zo goed is of juist niet? Waarbij ik dan van harte hoop dat als nettowinst het inzicht overblijft dat het moeilijk, zo niet onmogelijk is om betrokkenheid objectief te meten, en ik kan het weten, want ik probeer al jaren het omgekeerde te bewijzen. Maar in dit geval ligt het moeilijker. In die zin, dat ik niet weet of het mij is toegestaan mijn eigenbelang weg te strepen tegen mijn politiek-correcte opstelling. Ik mocht namelijk in de kranten lezen dat Amerika de Franse wijn wil boycotten. U krijgt daarmee twee opties om goed te doen in de schoot geworpen. U kunt aan de drank gaan -of blijven- omdat u Amerika wilt pesten, of u kunt hetzelfde doen met de gedachte dat u zo de Franse wijnboer uit de nesten helpt. Ondanks mijn overtuiging dat het samengaan van intellect en drankgebruik net zo zoveel voorkomt als het ontbreken van het eerste, denk ik toch dat hier genoegen en ongenoegen naadloos in elkaar schuiven. Dat maakt het juist zo moeilijk om nog belangeloos iets goed te doen, in het bijzonder ook omdat onverhoeds mijn Hollandse aard ziet aankomen dat wijn wel eens goedkoper kon worden. Maar ik blijf zoeken. Hoewel het me nog niet als vanzelfsprekend afgaat om Europese boven nationale belangen te laten prevaleren, en ik tevens moet bekennen dat ik niet bekend ben met het Franse equivalent van de WAO, kan ik in deze ernstige tijden soms maar met moeite een grijns onderdrukken. |