BACK

Weekly Residuum 29 - december 2000 E
© foto en tekst Koen Nieuwendijk


  Frisse Wind


Deze lucht is slechts één keer gebruikt. Of is dat wel waar? Zouden er moleculen tussen zitten die al in andere longen zijn geweest, en zo ja, hoeveel, hoe vaak, wanneer en bij wie of wat, want ook dieren en planten ademen.

    Ergens tijdens die lange Kerstdagen smaakte ik het genoegen een artikel te lezen dat uitweidde over de zichtbaarheid van adem onder een zekere temperatuur. Ik moest daarbij denken aan mijn oma, die, het zal zo'n 54 jaar geleden zijn, indringend waarschuwde voor de ziekmakende eigenschappen van geld. Je moest je handen wassen, wilde je aanraking overleven. Tot smetvrees heeft mij dat niet gebracht, al houdt de vraag mij gedurig bezig of ik, als ik mijn dochter maan haar handen te wassen, welke aansporing zij meestal gemotiveerd wil zien, haar niet alsnog een dergelijke psychose aanpraat. Als mij dan ook nog te binnen schiet dat andere bronnen melden dat de huidige generaties kinderen te schoon worden grootgebracht, dus te weinig kans krijgen een levensreddende resistentie op te bouwen -en reken maar dat over een jaar of vijf mij met deze inzichten door haar de oren worden gewasssen- dan kost het mij moeite haar niet te vertellen dat het wellicht zin heeft om zeep te introduceren, waarin standaard een aantal bacteriën zijn aangebracht, zodat althans het ritueel ook onder gewijzigde inzichten stand kan houden. Waarmee en passant smetvrees kan omslaan in zijn tegendeel. Ziet u het al voor u: mensen zitten in de tram -volgens mijn oma ook een buitensporig vuile ambiance- hun muntgeld te tellen, laten een snoepje op de grond vallen, rapen dat weer op en steken dat met hun ongewassen handen in hun mond, ook nog even likken aan de stang, en stappen na enige haltes verkwikt weer uit.

Die zichtbare adem echter bracht mij tot diepere gedachten. Ik heb mijzelf er wel eens op betrapt dat ik trachtte door anderen uitgeademde lucht te ontwijken. Hoe naïef. Want is het niet zinniger mij af te vragen hoeveel deeltjes van onze tijdelijke behuizing al eerder in gebruik waren, ergens in de loop van de vele miljoenen jaren van het bestaan van de aarde, ergens in een eencellig diertje, in de hoektand van een dinosaurus, in de oorschelp van een Egyptische slaaf, of misschien recenter in een grijze haar van Bolkestein? Er zit niets anders op, dit moet uitgerekend worden, al was het maar in de vorm van een statistische kans. Want kunnen we nog wel van Nieuwjaar spreken als we zelf voor het overgrote deel uit reeds vele malen eerder gebruikte bestanddelen bestaan?


BACK