|
Ergens tijdens die lange Kerstdagen smaakte ik het genoegen een artikel te
lezen dat uitweidde over de zichtbaarheid van adem onder een zekere
temperatuur. Ik moest daarbij denken aan mijn oma, die, het zal zo'n 54 jaar
geleden zijn, indringend waarschuwde voor de ziekmakende eigenschappen van
geld. Je moest je handen wassen, wilde je aanraking overleven. Tot smetvrees
heeft mij dat niet gebracht, al houdt de vraag mij gedurig bezig of ik, als
ik mijn dochter maan haar handen te wassen, welke aansporing zij meestal
gemotiveerd wil zien, haar niet alsnog een dergelijke psychose aanpraat. Als
mij dan ook nog te binnen schiet dat andere bronnen melden dat de huidige
generaties kinderen te schoon worden grootgebracht, dus te weinig kans
krijgen een levensreddende resistentie op te bouwen -en reken maar dat over
een jaar of vijf mij met deze inzichten door haar de oren worden gewasssen-
dan kost het mij moeite haar niet te vertellen dat het wellicht zin heeft om
zeep te introduceren, waarin standaard een aantal bacteriën zijn
aangebracht, zodat althans het ritueel ook onder gewijzigde inzichten stand
kan houden. Waarmee en passant smetvrees kan omslaan in zijn tegendeel. Ziet
u het al voor u: mensen zitten in de tram -volgens mijn oma ook een
buitensporig vuile ambiance- hun muntgeld te tellen, laten een snoepje op de
grond vallen, rapen dat weer op en steken dat met hun ongewassen handen in
hun mond, ook nog even likken aan de stang, en stappen na enige haltes
verkwikt weer uit.
Die zichtbare adem echter bracht mij tot diepere gedachten. Ik heb mijzelf
er wel eens op betrapt dat ik trachtte door anderen uitgeademde lucht te
ontwijken. Hoe naïef. Want is het niet zinniger mij af te vragen hoeveel
deeltjes van onze tijdelijke behuizing al eerder in gebruik waren, ergens in
de loop van de vele miljoenen jaren van het bestaan van de aarde, ergens in
een eencellig diertje, in de hoektand van een dinosaurus, in de oorschelp
van een Egyptische slaaf, of misschien recenter in een grijze haar van
Bolkestein? Er zit niets anders op, dit moet uitgerekend worden, al was het
maar in de vorm van een statistische kans. Want kunnen we nog wel van
Nieuwjaar spreken als we zelf voor het overgrote deel uit reeds vele malen
eerder gebruikte bestanddelen bestaan?
|