Port Bedankt |
Deze week smaakte ik het genoegen van een hartverwarmend telefoontje van iemand die bedankte voor het jarenlang toesturen van aankondigingen. Zij wist zeker dat ze ooit iets zou kopen, maar nog niet wanneer. Ze was blij dat ik daar niet over zeurde, maar gewoon bleef sturen. Dat vond ze zo geweldig, dat wilde ze even laten horen. Dat vond ik geweldig om te horen. Op slag genoot ik alsnog van mijn adressenleed. Ik stuur namenlijk al sinds decennia met een binnen de branche ongebruikelijke hardnekkigheid aankondigingen naar adressen over de hele wereld van mensen die zichzelf inschreven. Ik stop niet na één jaar, ook niet na vijf jaar, eigenlijk stuur ik voor eeuwig, tenzij het poststuk terugkomt, of de betrokkene het tegendeel wenst. Voor u, en naar mijn ervaring ook de rest van de wereld, rijst de vraag waarom ik deze gedragslijn volg. Ten eerste, omdat het mijn taak is mijn kunstenaars beroemd te maken. Ten tweede, omdat het doorgaans veel langer duurt dan één jaar voordat een gegadigde tot daden overgaat. Ten derde, omdat ook enthousiaste niet-kopers van onmisbaar belang zijn voor de opbouw van een reputatie. Ten vierde, omdat voortijdig stoppen een inbreuk betekent op de vrije wilsbeschikking van de ontvanger, omdat stoppen met toesturen suggereert dat ik bepaal wat de ontvanger van plan is of veronderstelt dat er een reden is om aan te nemen dat die niet of niet meer tot de doelgroep behoort, of middelen tekort komt om dat te effectueren. Over die informatie hoort een buitenstaander niet te beschikken, dus ik ook niet. Ik ga dus zeker niet net doen alsof. Helaas genereert dat leed. Ik voel me iedere keer weer aangesproken als één van de vele teruggestuurde enveloppen - zeker honderd per mailing op een aantal van 15.000- een bits commentaar vermeldt, zoals "Woont hier al acht jaar niet meer!" Vooral dat uitroepteken doet pijn. Maar u wilt feiten. Er zijn dus drie partijen: de vertrokkene, de ingetrokkene, en de verzender. De eerste twee hebben informatie, die mij normaal genomen niet bekend kan en mag zijn. Al mocht het wel, dan nog blijf ik graag gespaard voor een dagelijks verslag van heel Nederland's doen en laten. Ik snap verder best dat de ingetrokkene op zijn beurt niet wil snuffelen in het privéleven van de vorige bewoner, maar als ik zo vrij mag zijn het voorgaande op te tellen tot een bits en bondig memorandum, dan zou ik graag naar voren willen brengen dat vele ingetrokkenen mij soms pas na jaren mijn onwetendheid verwijten. Ik doe meestal of het me niet raakt, maar dat is natuurlijk onzin. En daarom deed dat ene telefoontje me ontzettend goed. |