Staatsssecretaris van der Ploeg zal op Prinsjesdag bejaarde galeriehouders oproepen weer terug te keren naar de schoolbanken om zich te onderwerpen aan bijscholing. Zij dienen te weten dat ook zonder dat zij ooit om subsidie vroegen of zullen vragen zij er rekening mee moeten houden dat zij vrijwillig het veld moeten ruimen als de geest van de tijd dat eist. Dat wil zeggen, als hij orkesten ontslaat, moeten de galeriehouders uit eigen beweging hun galerie sluiten. Het verwerven van begrip voor zijn moeilijke situatie zal zo nodig met sancties worden afgedwongen. Zo lopen zij het risico nooit meer te mogen leveren in het kader van de één-procent-regeling, en aan de Raad voor Cultuur wordt een uiterst positieve beoordeling gezonden, die dat natuurlijk niet accepteert en corrigeert. Er bestaat nog twijfel of de cursus zal worden afgesloten met een diploma. Bovenstaande galeriehouder neemt geen enkel risico, en is al met leerstof uit zijn jeugd aan de slag gegaan. Dat valt niet mee. |
Er belde laatst een dame, die mij schuchter vroeg of er misschien een opleiding bestond voor galeriehouder. Ik moet bekennen dat alleen al het feit dat die vraag tot mij werd gericht, terwijl ik niet eens lid ben van een vereniging van vakbroeders en -zusters, terwijl ik tegen een plan ben van een der voorzitters van de twee apart opererende verenigingen van galeriehouders voor het invoeren van vestigingseisen, dat ik voorts als een der weinigen vind dat de meervoudsvorm van galerie moet luiden galerieën, en niet dat verschrikkelijke galeries, die medeburgeres vond dus kennelijk dat ik genoeg vertrouwen uitstraalde om mij die vraag te stellen.
Ik verzonk onherroepelijk in gepeins. Over wat je allemaal moest kunnen zonder er een diploma voor te hoeven hebben. Ik stalde in gedachten alle apparaten uit, waarvan de bediening niet kon geschieden zonder grondige kennis van de handleiding, hetgeen mij iedere keer weer een malse meditatie kost om tot rust te komen en te beseffen dat het niet aan mij ligt als ik er niet in slaag de woorden van de gebruiksaanwijzijng om te zetten in geslaagde acties op het betreffende apparaat, en zo kwam ik tot een opsomming van electronische en mechanische tuigen, die ik dagelijks met mij tors of in mijn omgeving duld. Ik begon met mijn fietstas, waarin zich bevindt een piepkleine computer van 1150 gram, waarmee ik desnoods voor het stoplicht mijn email kan ophalen, met behulp van de zich in mijn broekzak bevindende mobiele telefoon met modem en infrarood, die zoveel op zijn display kan tonen dat bediening zonder een bril voor jongere bejaarderen (met dank aan Koot en Bie) en ouderen niet mogelijk is, je gaat voor dat stoplicht natuurlijk niet hannesen met een bril aan een touwtje, of zo'n kek opvouwding, waarmee je in restaurants nog steeds de blitz kunt maken. En in die fietstas bevindt zich voorts een digitaal fototoestel van minimale afmetingen, hetgeen niets hoeft af te doen aan de prestaties, want ik heb er ook een van aanzienlijke omvang van dezelfde prijs, die is waardeloos. Het merk deel ik u desgevraagd mondeling mee, maar ik moet daarbij toegeven dat ik van de tot nu toe opgesomde apparaten slechts die ene slechte digitale camera vind uitmunten in duidelijkheid. In die fietstas bevinden zich ook nog een fietspomp, een stel ringsleutels, een bandenplakset, een opvouwbare paraplu, een leeg doosje voor losse schroefjes en moertjes, een uitgescheurde pagina van de laatste folder van een doe-het-zelf-zaak, waar ik uiteindelijk nooit kom, en een stuk keukenrolpapier in vieren gevouwen, dat is bedoeld om vuile handen aan af te vegen als ik onverhoopt onderweg iets moet herstellen aan mijn rijwiel, hetgeen voor het laatst in 1994 is gebeurd, waardoor het enig doorzettingsvermogen vereist om deze gewoonte vol te houden. Maar goed, een gebruiksaanwijzing is voor dit soort mechanische artikelen niet nodig, al zit die er tegenwoordig wel altijd bij. Over fietsbel, dynamo en slot hoef ik als galeriehouder verder niet uit te weiden, maar in de galerie zelf is het uitkijken geblazen. Daar staan achtereenvolgens een draadloze telefoon van het dect type met vele mogelijkheden, een computer met een CD-rewriter en een externe zipdrive en kaartlezer, een printer voor kleur en een voor zwart-wit, op dezelfde computer aangesloten, met een keuzeschakelaar, die ik om de haverklap vergeet, en nergens staat hoe je dan zo'n op hol geslagen printer zonder onheilspellend gekraak moet stoppen, een semi-professionele scanner met transparantenlade, een koffiemachine van een luxe type waar je ook soep mee kunt maken, een high-design waterkoker waar je ook soep mee kunt maken, een laminator, een automatisch lijmbindrugapparaat, papiervernietiger, een electrische boiler, een bewakingsmonitor met vier afzonderlijk bedienbare camera's, een alarmsysteeem dat onderscheid maakt tussen meester en knecht, een videoplayer, en voorts een bundeling van apparaten die vroeger getypeerd zou kunnen worden als radio-pickup-combinatie, maar nu heet dat stereoset, met vooral een dubbel cassettedeck om illegaal te copieëren, hoewel dat tegenwoordig per cd-rom gebeurt, en tenslotte een veelzijdige airconditioner. Ik heb alle gebruiksaanwijzingen nog, maar geen tijd. Wat ik dus eigenlijk wil antwoorden aan de dame met de vraag is dat ik met enige schuchterheid zou willen zeggen dat het dagelijks leven me gecompliceerder voorkomt dan het drijven van een galerie. Want wat is daar nu voor nodig: je hangt, ten eerste, op wat je mooi vindt, zo moeilijk is dat toch niet, ten tweede doe je dagelijks het licht aan, en ten derde zorg je dat je kunt omgaan met pakpapier en plakband. Die derde vaardigheid is in menige galerie zelden nodig, er is dus tijd voor een cursus direct mail of kunstgeschiedenis. Ik adviseer vooral de eerste. Maar dan. Voordat je het weet zit je de hele dag achter de computer, en als je daar eenmaal zit wordt je leven beheerst door de software. De doorsnee cryptische handleiding wordt met straatlengten verslagen door computerprogramma's. Wie niet oppast overkomt hetzelfde als rechercheurs: Baantjer mag zich in zijn serie kostelijk vermaken, in de practijk zit het kader de godganse dag achter een verouderde computer. Ik zou in deze context willen gewagen van een ongewone ervaring. Toen ik niet lang geleden een diefstal van een kunstwerk op het wijkbureau aangaf, bediende de vriendelijke agent zich van een computer, waarvan het scherm nogal oostblokkerig toonde. Er was ook een woord met een accent erin, en ik wist daar de alt-code van. De agent tikte die bereidwillig in, en toen crashte het systeem. Dat kostte mij natuurlijk tijd, maar de waardevolle crux is deze: zo eenvoudig gaat dat. Je roept gewoon een alt-code, of een dos-commando, en hup, daar gaat weer een deelraad plat. Om het kort te houden, er klonk teleurstelling door in de stem van de dame toen ik haar verzekerde dat er geen vakdiploma voor galeriehouders bestaat. |