De Kunst van... - Deel Twee |
Kort geleden (in Weekly 44. "De Kunst van... - Deel Een) beschreef ik een wat afwijkende manier om een restaurant te drijven, dat de impressionistische keuken voert. Ik voorspelde daarbij dat die als paddenstoelen uit de grond zouden rijzen. Een paar weken daarna haalde een vergelijkbaar initiatief de voorpagina van het Parool, hoewel de kans bestaat dat de ontblote borsten van het bedienend personeel daaraan debet waren, en die heb ik natuurlijk niet. Ik moet het doen met spierballen. |
In Deel Een van "De Kunst van..." kwam ik niet verder dan wat technische
beschrijvingen, hoewel die natuurlijk aardig bepalend kunnen zijn voor de
ambiance. Maar ik ben het met u eens, het gaat om het eten. We beginnen
daarom bij het begin, en zien voor ons geestesoog onszelf als een groepje
hun schuchterheid verbergende nieuw-aangekomenen.
We gaan natuurlijk niet naar een restaurant om zelf te koken, maar hier is het ondenkbaar dat u behalve eten geen initatief mag ontplooien. Het kan dus zijn dat u taken krijgt toebedeeld, of soms iets moet ondernemen, omdat u anders doodeenvoudig niets te eten krijgt. Belangrijker echter nog is dat u te eten krijgt wat bij u hoort, bij uw persoonlijkheid, bij uw humeur, bij uw passie. Men dient zich te hoeden voor het risico dat de handelingen, die daartoe verricht moeten worden, op een psychologische test lijken. We kiezen voor goed vertrouwen en lopen een schemerig verlichte ruimte binnen, met dat licht zoals in grote koeienstallen, met van die kleine raampjes, met vlakke bogen, vol spinrag en met stof verenigd condens, en liefst moet het ook nog zo ruiken, maar met het berekende leed van de mkz vers in het geheugen, is dit facet voorlopig van het menu geschrapt. Het gaat er in feite om dat uw zintuigen ge-reset worden, dus de inventieve uitbater vindt wel iets anders. U loopt vervolgens door een kleine doolhof, en belandt in een ander vertrek, waar u de amuse krijgt geserveerd. Die moet u vangen, en u krijgt er meer dan een. De werpers mikken in principe op de mond, maar als er dat drie tegelijk op hetzelfde doel doen, dan gaat er toch iets mis. Dat hoort erbij. Dat brengt mijn gedachten even op de kleding, die u daar het beste kunt dragen. Niet iets gedekts, waarop de onvermijdelijke vlekken minder zullen opvallen, maar u gaat juist in smetteloos wit, waar elk spatje op te zien is. Als het leven geen sporen heeft nagelaten, dan hebt u er niets van gemerkt. Dat geldt ook voor een avondje eten. Van één ding bent u verlost, van de kaart. Voor u na de amuse een veilige plaats hebt gevonden, moet u door de geurgalerij. Daar staan vele potjes en bakjes, waar u even aan moet ruiken. U krijgt daarbij een draadloze muts met eeg-faciliteiten, zodat men kan meten bij welke geuren uw hart sneller gaat kloppen, en op basis daarvan worden uw bestellingen speciaal voor u op smaak gebracht, of juist niet, dat hangt weer andere dingen af, zoals u later zult zien. |