Sssst... |
In alle vertrouwen: er zijn meerdere manieren waarop u mij kunt kwellen. U kunt mij bijvoorbeeld complimenteren met de tentoonstelling en vervolgens vragen of ik de kunstenaar ben. Het is dat ik begrijp dat ik iemand een geringe mate van vertrouwdheid met de branche niet kan verwijten. Ik hoor zelfs toe te juichen dat argeloze consumenten een nieuwe wereld binnentreden, los van de vraag of ik daarvan de vruchten zal mogen plukken. Of ik dat als contraproductief ervaar mag geen gewicht in de schaal leggen, mijn belang legt het altijd af tegen de optie van het verheffen van het volk, al komt het voor dat ik dat niet tezelfdertijd bedenk. U kunt mij ook kwellen door epigonen aan te zien voor inspirators, al geeft u mij dan de kans de registers open te trekken, en dat doet een mens bij tijd en wijle goed. Voorts beschouw ik het als een inbreuk op mijn territorium als u mee gaat fluiten met de muziek. Ik hoor dan op slag hoe vals dat klinkt. Wat dat betreft ben ik geen haar beter dan u, maar daar confronteert u me op zo'n manier wel mee. Maar er zijn ook mooie momenten. Er was eens een dame, die vol bewondering vroeg of ik de kunstenaar soms was. Ik maakte me gelaten op voor een vriendelijk antwoord, maar plots begonnen haar ogen ondeugend te glinsteren, en zij riep, alsof zij mij betrapte, "of heb u daar iemand voor". Vandaag was het mooiste moment. Een bezoeker sprak voor het verlaten van de galerie: "Dat verzoent een mens met het leven, zo'n expositie". Zoals schoonheid van muziek troost kan schenken, zo lift de verzoening met ons noodgedwongen nederig en duister lot op de golven van de beleving van adembenemende schoonheid mee. Voor wie me niet kan volgen, op dat moment kon de verkoop me even niets schelen. |