De Kunst van het Wapperen |
Wat ik al niet bedenk in een staat van machteloze woede. Het helpt amper als ik mijzelf in een vlaag van verstandigheid voorhoud dat het onderwerp de moeite niet waard is om energie aan te verspillen, want bij alle wereldse ellende ben je toch wel zot als je je over het stedelijk beleid aangaande het uithangen van vlaggen dagtaakdruk gaat maken. Je zou een stad moeten kunnen opzeggen, zoals een krant als hij je niet bevalt. Maar dat is het niet, zegt een andere ik handenwringend. Alleen in die kleine dingen durven regeerders zich bloot te geven, echt te laten zien hoe ze zijn, omdat het zeker is dat hierover geen referendum wordt gehouden en geen beleids- en carrière-beïnvloedende vragen in de Tweede Kamer worden gesteld, maar ze verraden zich er wel mee. De kwaliteitsbewakers laten hun broek zakken voor uw afwijkende mening en verkeren ook nog eens in de positie hun visie tot beleid door te kunnen drukken. En voor ik het vergeet, het is dan wèl een bestuur dat door de binnenstadbewoners per referendum is afgewezen, en door het niet-stemmen door bewoners van de omringende wijken er wel is gekomen. Dus die niet-gewenste kwaliteitspsychopaten hebben nu bij wet vastgelegd dat vlaggen de stad vervuilen. Het is werkelijk vreselijk dat ik dit allemaal moet schrijven. Het is niet lachwekkend, maar bedreigend. Op zich ga ik graag om met burgers die fel tegen vlaggen zijn -gechargeerde discussies zijn het zout in de pap van de sociale interactie- maar zelfs vóór de introductie van het poldermodel waren we het er allen al over eens dat het daar bij moest blijven. Maar weer een ander ego -die zijn bij mij niet op de vingers van één hand te tellen- wierp onbekommerd in de strijd dat ik me best kan voorstellen hoe het voelt als ik mijn zin kan doordrukken. Dat heeft niet zozeer met eigengewin te maken, maar meer met het gevoel dat anderen mij dan geen onzinnige dingen kunnen opleggen. Als het terecht is dat Nederlanders zich er op beroemen dat zij zo tolerant zijn, dan kan het leven alleen leefbaar blijven omdat er een modus bestaat die de uitersten wel degelijk serieus neemt, maar een surplus aan overtuigingskracht terugbrengt tot een aanvaardbaar niveau. Hoe moet dat nu in de praktijk. Ik stel voor dat de deelraad één vlag per tien percelen toestaat, en zelf het recht heeft op tien processen per jaar, ook zonder overtreding van dit gebod. Zegt u niet dat dat zinloos is, sommige mensen moeten nu eenmaal worden beziggehouden.Tevens mogen de burgers maximaal tien vlaggen per perceel uitsteken, mits zij beschikken over handtekeningen van honderd vlaggeloze percelenbezitters. Bovendien zou ik willen aandringen op een uiterst democratische regulering, die inhoudt dat op de even dagen de even huisnummers desgewenst hun vlag mogen uitsteken, en de oneven nummers op de oneven dagen. Ik geef toe, het kost wat tijd en moeite, maar uiteindelijk is iedereen wèl tevreden, en daar gaat het toch eigenlijk om. |