De Universiteitsbibliotheek ruimt grondig op |
Op 7 juni j.l. las ik in het NRC/Handelsblad dat de Universiteitsbibliotheek
in Amsterdam vanwege ruimtegebrek dubbele en beschimmelde boeken in de
versnipperaar gooit. Onmiddellijk sloten mijn verontwaardiging en mijn
verbeelding een pact, en in gedachten plaatste ik een advertentie op de
voorpagina van het NRC/Handelsblad waarin ik aanbood ongezien één gulden per
kilo te bieden voor hetgeen de UB rijp achtte voor de versnipperaar, met
dien verstande dat ik medestanders verzocht mij na duizend gulden af te
lossen. En ook zegde ik nog toe dat ik de helft van mijn na verkoop van die
restanten genoten winst af zou staan aan de UB, daarbij evengoed wel
beseffende dat dit initiatief de keuzeheren van de UB wellicht alsnog op
scherp zou zetten.
Zoals betaamt, verifieerde ik dit bericht bij de schrijver, Arjen Fortuin, die bevestigde dat hij de woorden "in de versnipperaar gooien" uit de mond van de directeur had opgetekend. Wel attendeerde hij mij erop dat een week later in de VPRO-gids een woordvoerder van de UB ontkende dat de versnipperaar werd gebruikt, waaruit je de genuanceerde conclusie zou kunnen trekken dat ze het vermoedelijk niet meer doen, gealarmeerd door de reacties van de buitenwereld, maar daarbij niet zo sportief waren toe te geven dat ze het wel gedaan hadden of voornemens waren geweest het te doen. Wat verder niets afdoet aan aan het schokkende feit, dat veronderstelde hoeders van ons gemeenschappelijk cultuurbezit tot zoiets bizars kunnen komen, alsof hun gevulde planken van eeuwigheid tot amen toereikend zijn om de lotgevallen van het menselijk ras te documenteren, alsof er niemand anders buiten hun heiligdom bestaat, die zich om het verleden bekommert. En dan nog dit: wat is er mooier dan een rafelig weggevreten en beschimmeld boek, al is de wijsheid door de tand des tijds in onbegrijpelijke delen uiteengevallen? Op een altaar hoort het thuis! Je zou toch veronderstellen dat, zelfs ongeacht het wel en wee der mensheid, alleen al de liefde voor het boek de betrokkenen weerhoudt van vernietiging. Zoals ik ijs van boekverbranding, zo ik ijs ook van de snipperaar, want dat is gebrek aan passie. |