BACK

Weekly Residuum 391 - augustus 2008 C
© foto en tekst Koen Nieuwendijk


foto © 2008 Koen Nieuwendijk
Soms blijven opmerkingen hardnekkig door mijn hoofd zoemen. Ik las al weer een paar maanden geleden een opmerking van een narrige burger, die zich ergerde aan alle drukte over het besparen van energie, en dan vooral met een bepaald type lampen. Uitgangspunt is dan dat bij de doorsnee gloeilamp de verbruikte energie maar voor een deel in licht wordt omgezet, en dus de vrijkomende warmte een vorm van verspilling is. De warmte die die lampen afgeven, zo zei de burger, wordt in een huis volledig gebruikt zo lang het buiten zo koud is dat er binnen verwarming nodig is. De thermostaat houdt gewoon zijn eigenste hoog-rendementsketel in toom. Heerlijke burger, die man. Ik heb dan ook zoiets van dat ik iets terug moet doen.

Zo ben ik al jaren in de ban van het opslaan van remenergie in een vliegwiel, die een tiental seconden later gewoon weer kan worden aangewend voor aandrijving. Voor de experimenten worden onder meer bussen gebruikt. In zo'n bus kunt u een bijdrage leveren. U leeft zich in in het vliegwiel, en u doet iets vergelijkbaars als de bus afremt. In plaats van u naar voren te laten werpen door het afremmen van de bus, leunt u wat naar achter. U moet daar wel op anticiperen zo gauw u gaat zitten, want als u het tijdens de rit doet, dan compenseert u uw eigen bewegingen en is het netto rendement nul.

Als vervolgens de bus weer wegrijdt, gaat u iets voorover hangen, zodat u het de bus als het ware makkelijker maakt op gang te komen. Ik geef toe, het effect is gering, ervan uitgaand dat de verplaatsing van uw bovenlijf nooit meer dan twintig centimeter voorwaarts en twintig centimeter achterwaarts kan zijn, hetgeen betekent dat van de totale remweg die de bus aflegt, stel pakweg dertig meter, de netto compensatie van de remverspilling slechts 3,3 % van het equivalent van uw massa-snelheidsverhouding bedraagt, en dat weer gedeeld door totaalgewicht van de bus plus passagiers, maal het aantal passagiers dat meedoet.

Wordt u nou niet moedeloos, bezie dit soort acties eens in nationale context en dan op jaarbasis. Want als iedere passagier in het openbaar vervoer zich deze eenvoudige bewegingen als een automatisme eigen maakt, dan treedt de nationale vermenigvuldigingsfactor op, die u bovendien het recht geeft voor de beeldbuis in staccato zeggen: Holland spreekt een woordje mee.





(gecorrigeerd 27-9-2008)



BACK