Fladderen |
Wat deed Leonardo da Vinci het liefste: schrijven, schilderen of vliegen? Vliegen, zei mijn dochter zonder dralen, want dat kon hij niet. Je zou zeggen, wie verzint zo'n vraag, maar zij die hem stelde heeft haar eigen dromen, en door die vraag mocht mijn dochter daar een beetje in delen. |
Wat zou ik graag een goede opvoeder zijn, maar maar of ik het ook ben... Ik kan best toegeven dat ik het niet ben als ik het niet ben, want dan is dat toegeven een genoegen op zich, maar net over de einder van de zelfgenoegzaamheid ligt de harde praktijk. Luister en huiver. Mijn dochter sprak een wens uit. Ik zei, wat zeg je, zodat ze het nog een keer moest zeggen, en dat is al onheilspellend, want waarom zou ik de poëtische kant van het vaderschap zo maltraiteren als er geen sprake was van persoonlijk voordeel? Mag ik zout op een slak doen? Wat zeg je? Mag ik zout op een slak doen? Eh -ik ging haastig mijn beschikbare opties na, terwijl ik natuurlijk luid en duidelijk had moeten zeggen, ben je nou helemaal belazerd. Maar volgens mij kweek je daar geen begrip mee, en dat is toch het enige waar je in de toekomst wat aan hebt. Ik geef toe, op dit moment ben ik er nog niet helemaal uit. Waarom wil je dat doen? T. (haar vriendin) zegt dat ze dan helemaal oplossen. Het ligt iets anders, begon ik, zout is namelijk hygroscopisch en slakken zijn als mensen, dus bestaan voor 99 % uit water, dus hun water trekt naar het zout, en dan gaan ze dood. O jee, dacht ik nog, probeer het nog eens. Mijn dochter bleef consequent zoals altijd als het haar uitkomt. Maar mag het? Ik zuchtte diep en zei, goed kind, want ik vind dat binnen zekere grenzen een mens aan den lijve moet kunnen ondervinden hoe het voelt als hij iets fout doet, anders wordt alles theorie. Ik heb dat ooit eens in het Engels gezegd, hoewel ik nog steeds niet weet of mijn gehoor dacht dat ik het over de nouvelle cuisine had. Maar jij moet het doen, zei zij. Daar keek ik niet meer van op. Eigenlijk was mijn boodschap al in zoverre overgekomen dat zij begreep dat het not done was om het te doen, dus -ik mag hopen dat het een aangeboren effectiviteit betreft die ik ontbeer- schoof zij terug naar de status van het erbij zijn, waardoor zij niet meer op de morele implicaties aangesproken kon worden. En mocht zij, bewust of onbewust, daarbij antipiceren op mijn pedagogische pogingen, dan was zij daar heel aardig in geslaagd. Het was vreselijk om aan te zien. Eerst was het gaatje van het zoutbusje nog een beetje verstopt, maar zoiets is op te lossen. Na de tweede dosis verhief de slak zich alsof hij een aria zong. Ik heb heel wat slakken gadegeslagen, maar ze proberen nooit te zingen. Mijn dochter griezelde. Gaat hij nu dood? Wat moest ik nu weer zeggen. Is een slak al dood wanneer hij door zijn soortgenoten wordt opgegeten als ik op hem getrapt heb? Of heeft het zout misschien een verdovende werking. Je mag niet liegen, dus dat heb ik allemaal niet hardop gezegd. Maar wilt u mij mijn hoop gunnen? Dat dit ene offer tot gevolg heeft dat slakken voor haar voortaan veilig zijn? |