Het ligt eigenlijk best voor de hand dat het leven op aarde zijn oorsprong heeft in een overhaast in elkaar prutsen van toen beschikbare elementen tot iets dat -zo luidden de voorwaarden- zichzelf moest kunnen reproduceren. De opdracht was fascinerend, maar wat als -de kans was klein- per ongeluk het intelligentieniveau van de resulterende wezens dat van hun bedenkers zou evenaren, of overstijgen. Het was natuurlijk niet juist om de boeiendste van alle opties bij voorbaat kansloos te maken, gedeelde eer maakt veel goed, nietwaar. Bij wijze van compromis werd er een vertragende factor ingebouwd. Dat werd het besef van intelligentie.
*
Als een zin voor meerderlei uitleg vatbaar is, kies ik de verkeerde. Gebruiksaanwijzigingen en ik, dat is vuur en water. Met de heldhaftigheid van een padvinder onderwerp ik mij keer op keer aan hardnekkige, doch vruchteloze pogingen woordenreeksen om te zetten in goede raad omtrent het apparaat, dat ik zo node wil bedienen. Zelfs jaren later, als de bediening zich intuïtief voltrekt, probeer ik dit soort teksten nog wel eens te herlezen, maar ondanks de vergaarde vaardigheden, lukt het me meestal nog steeds niet de richtlijnen zoals omschreven uit te voeren. Hetgeen aangeeft dat taal iets fascinerends is.
|