BACK

Weekly Residuum 329 - februari 2007 D
© foto en tekst Koen Nieuwendijk




Ik las kort geleden een boekrecensie. Nog voordat ik bij het eind van de eerste zin was zocht ik naar de naam van de schrijver, van de recensent bedoel ik. Niet omdat hij bijzonder goed of slecht schreef, maar ik betrapte me erop dat ik uit de naam wilde distilleren hoe ik de kritiek moest interpreteren. Dat is waar u nou eigenlijk precies voor heeft leren lezen. Om door de boeken te lezen die de critici afkraken, voor de toekomst te weten hun toonaard te interpreteren, en zodoende te voorkomen dat u het boek van uw leven nou juist niet koopt. Wil dat effect hebben dan moet u het bij elke recensent toch minstens een paar keer uitproberen, dus alle schrijvers blij, en daarna voldoet de naam. Wat dus eigenlijk inhoudt dat het niet uitmaakt wat de recensent nou precies vindt, als hij het maar consistent doet. Hetgeen dus betekent dat ik juist vanwege die positieve kritiek dat boek moet gaan lezen om te kijken of het waar is omdat ik de recensent nog niet afdoende heb gecategoriseerd. Hetgeen statistisch dan wel redelijk is, maar doorgaans toch niet de reden waarom ik boeken uitkies die ik wil lezen.

Dat hoeft binnenkort ook niet, want de tijd van de solorecenscent is sinds internet eigenlijk vrijwel voorbij. Nog even, en in elk boek zitten chips in de achterkaft die met de vingertoppen zijn te bedienen en die een draadloze database voeden, die gretige lezers kunnen raadplegen. U wilt natuurlijk wel weten hoe het met het niveau en de ervaring van de rapporterende lezer is gesteld. Met het op de markt komen van het electronische boek is het een fluitje van een cent bij elke gedownloade tekst een stel vragen mee te sturen, waarmee de lezer wordt gekwalificeerd. Geen starre lijst, maar een die zich gaandeweg aanpast aan de anonieme antwoorden, dus aan het niveau van de rapporterende lezer, zodat iedereen het gevoel krijgt dat hij het fantastisch doet en u en ik weten waar we aan toe zijn.

Toch zal ik ze missen, die nurkse besprekers, die zich met een gevoel van plaatsvervangende schaamte verdiepen in de missers van het scheppende deel der natie. Die folklore moet blijven. Ik pleit dan ook van harte voor een plaatsje in het Museum van Oude Ambachten in de buurt van Barneveld.









BACK