Kroniek van een Tijdreis
Deze catalogus is verschenen ter gelegenheid van de tentoonstelling van Alex de Vrede, 29 mei t/m 3 juli 2022, en is samengesteld en geschreven door Koen Nieuwendijk. (20 pagina's, 26 afbeeldingen in kleur, ISBN 978-90-70402-61-7)
Best lastig te beseffen dat inzichten soms pas na vele jaren ontbotten uit de knop waarin zij verborgen waren. Des te mooier het besef hoezeer de extra jaren die me gegund worden, daar nog ruimte voor geven, in het besef dat daarin meespeelt dat al decennia lang Alex de Vrede mij in goed vertrouwen met zijn schilderijen aan de weg laat timmeren, en ik al timmerend - soms letterlijk - de vele kleine stapjes kon zetten die leidden naar een breder inzicht, dat overigens niet, en waarschijnlijk nooit - voltooid zal worden.
Vanaf zijn allereerste schilderijen was Alex de Vrede ongewoon, en is in de loop van de tijd alleen maar ongewoner geworden. In dit proces schuilt wat mijn waarneming betreft een zekere dubbelhartigheid. In de loop der jaren mijn ervaring vergarend, met vallen en opstaan, werd en word ik met enige regelmaat benaderd door kunstenaars die zichzelf aanprijzen met hun naar hun mening volstrekt unieke manier van werken. Dat brengt mij dan in een mentale stand van verholen misprijzen, hoewel ik begrijp waarom zij het zo formuleren. Overigens is dat doorgaans ontleend aan een soort misverstand, voortkomend uit de manier waarop kunsthistorici opeenvolgende stromingen typeren naar een kenmerkende techniek of stijlopvatting. Maar het bijzondere aan het werk van schilders is meer dan een optelsom van uiterlijke kenmerken, zelfs als die techniek inderdaad als ongebruikelijk te zien is. Ik laat vooralsnog in het midden hoe groot het belang daarvan dan wel is, als ik dat al kan formuleren, maar het gaat mij in deze notitie om mijn eigen inconsequentie door de schilderijen van Alex de Vrede qua vorm als ongebruikelijk uniek te beschouwen. Maar ik kan er niet onderuit, het is niet anders.
Als een satelliet met spiegelende zonnepanelen, scherend door de ruimte, sprongen in de tijd makend - wat overigens technisch heel eenvoudig is als je het proces van associëren als een manier van instantaan tijdreizen beschouwt - raakt De Vrede aan mentale processen die zich op de een of andere manier verhouden met het gedoe in de ruimte. Dat was in de kiem al aanwezig in zijn allereerste niet rechthoekige schilderijen (zie pagina 9), waarin stillevens gepositioneerd worden voor gebogen platen, met enige goede wil te herkennen als platen karton, maar die meteen al de gewone materie ontstegen, al was het maar dat het eigenlijke stilleven zich aan gravitatie moest onttrekken, wilde het zich op de toebedeelde plek handhaven. Met excuses voor de beschrijving, maar als je zijn schilderijen niet in het echt ziet, missen woorden alleen onherroepelijk hun doel.
Bij wijze van intermezzo breng ik onder uw aandacht dat in de loop van diezelfde decennia van mijn samenwerking met De Vrede het kosmisch besef vrij drastisch is aangepast aan nieuwe inzichten. Mijn verbijstering over de mededeling dat het heelal miljarden zonnestelsels telt duurt nog voort en, hoewel het een eenvoudige kwantitatieve aangelegenheid betreft, verdrijft bijna de vraag van de oorsprong van alles. Het kan haast niet anders dan dat ook Alex de Vrede hierdoor werd en wordt beïnvloed. Maar daarnaast kan ik me ook niet aan de indruk onttrekken dat de vele decennia waarin hij als tekenleraar werd ondergedompeld in de mentale groeiprocesssen van zijn leerlingen, het galactische avontuur in zijn beleving een zekere abstractie onderging, waardoor mentale en kosmische processen zich gingen mengen. Ik kom even terug op de terloopse typering van associatie als een mengvorm van tijd- en gevoelsreizen, niet gehinderd door de vooralsnog technisch onmogelijke, maar noodzakelijke materieverplaatsingen. Maar zegt u nou zelf, waar gaat het bij het mensdom primair om: om dat klontje cellen in een buidel die huid heet, of om de gedachten die onstuitbaar uit dat klontje te voorschijn komen en als het meezit in een vruchtbaar proces van reproductie en vermenigvuldiging leiden tot groei van inzicht.
Ik koester - uiteraard vooralsnog - de hoop dat ik door het eenvoudig te houden toch een beetje kan bijdragen aan een rudimentaire herkenning van wat Alex de Vrede bezighoudt, waarbij gevoegd mijn verwondering over de volstrekt unieke vorm waarin hij dat giet. Maar u moet niet denken dat dit is wat hem leidt, of dat hij daarnaar streeft. Al schilderend verenigt hij vorm, materiaal, thema en begeestering tot beeld, dat u en mij overweldigt.
Time Travel Chronicle
This catalogue has been published at the occasion of Alex de Vrede's exhibition, May 29 to July 3, 2022, and is compiled and written by Koen Nieuwendijk. (20 pages, 26 full colour reproductions, ISBN 978-90-70402-61-7
)
It isn’t easy to reconcile oneself with the realisation that there are insights that take many years to mature before they are able to blossom, which makes me all the more appreciative of the degree to which the extra years with which I have to date been blessed are giving me the opportunity to achieve this, knowing full well as I do that over the past decades Alex de Vrede in the greatest faith has allowed me to involve his paintings in my professional exploits and in doing so has helped enable me in said exploits – sometimes even literally – to take the many tiny steps on the road to a more broadly based insight, as something, I should add, that is probably destined to elude completion.
Alex de Vrede’s work from the get-go has been unusual, and increasingly so as the years have rolled by. There is an element of duplicity in this process as far as my observation is concerned. While negotiating the trial and error-ridden path of gaining the body of experience (such as it is) I have come to boast, I have recurrently been approached, and continue to be approached to this day, by artists who endorse themselves by referring to their “altogether unique” approach to their craft, as a word choice which, understandable as it may be, has the effect of putting me in a state of mind that is best described as veiled contempt. More often than not the root cause is a misunderstanding of sorts brought about by the way in which art historians characterise each successive movement by a distinctive technique or stylistic concept that can be attributed to it. However, it’s not just the sum total of appearances which sets the painter’s work apart even if the technique as such can be regarded as unusual. Even if I were able to find the right words, I’d much prefer for now to leave the relevance of all of this open, my point being that this essay is all about my own lack of consistency – there’s no getting away from it – in characterising Alex de Vrede’s paintings as “unusually unique form-wise”.
In much the same way as a satellite with reflecting solar panels that wings its way through space, leaping through time – which by the way becomes a breeze mechanically speaking if you regard the associative process as a mode of instantaneous time travel – De Vrede touches on mental processes that relate in one way or another to the celestial goings-on. His very first non-rectangularly confined paintings (see page 9) already harboured a budding promise, featuring as they did still lifes positioned in front of curved panels which, identifiable as they were (if you put your mind to it) as cardboard sheeting, had the effect of instantly transcending conventional matter if only for the sake of the actual still life having to be impervious to gravity in order for it to defy displacement. I can only apologise for the imperfection of my description, but words alone are simply destined to miss the mark unless you also have the actual artwork to hand.
All of which calls for a brief interlude, to remind you of the fact that cosmic awareness has undergone rather dramatic adjustments to newly acquired insights during the decades of collaboration between myself and Alex de Vrede. The revelation that the universe boasts billions of solar systems has to this very day continued to dumbfound me, as something which – as much as it merely concerns quantity – just about eclipses the question as to the origin of everything. Surely this must likewise have had, and continues to have, an effect on Alex de Vrede. But that can’t be all there’s to it, as I cannot help feeling that his decades of submersion as an art teacher in his pupils’ mental development processes have caused his experience of the galactic capers to undergo a degree of abstraction resulting in mental and cosmic processes to become entwined. Allow me briefly to point to the casual characterisation of association as a merger of transtemporal and empathic travel, without being side-tracked by the as yet technologically unfeasible yet indispensable flow of matter. Which of the two, after all, is what mankind is primarily about: that clump of cells tucked inside a pouch we call skin, or the thoughts that inexorably spring forth from said clump, hopefully to enable our insights to grow through a prolific process of reproduction and multiplication?
Icontinue – for now, I hasten to add – to cherish the hope that by keeping it simple I have made a modest contribution to a rudimentary recognition of what occupies Alex de Vrede’s mind, much as I continue to be in awe of the utterly unique shapes he chooses to pour his mental processes into. Do not, however, make the mistake of thinking that this is what the artist derives his inspiration from or strives for. Painting away, Alex de Vrede merges structure, matter, motif and ardour into images that blow you and me completely away.
|
|