BACK         BACK to Publications

Opmaat voor Empathie Karel Sirag 2023 A Prelude to Empathie




Opmaat voor Empathie

Deze catalogus is verschenen ter gelegenheid van 9 teruggekomen miniaturen van Karel Sirag, getoond op Kunst aan het Hof, Nooitgedacht, 22 t/m 26 maart 2023, en is samengesteld en geschreven door Koen Nieuwendijk. (16 pagina's, 9 afbeeldingen in kleur

Mocht u denken dat ik het na zoveel jaren van tentoonstellingen maken wel voor gezien houd, dan kan ik u verzekeren dat dat reuze meevalt. Niet alleen omdat ik van nature een laatbloeier ben, en u best kan verklappen het gevoel te hebben dat ik een beetje op gang begin te komen, blijkt me daar dat ik onderdeel ben van een cyclus - ik versprak me, er stond eerst circus - op het moment dat het begin en het einde elkaar raken. Een mooi voorbeeld daarvan is een kleine collectie van miniaturen van Karel Sirag, die ruim dertig jaar geleden door een groot liefhebber van zijn werk is bijeengebracht en die na zijn overlijden weer naar de galerie is teruggekomen. Het weerzien met terugkerende schilderijen heeft al vele mooie momenten van herkenning en overpeinizing opgeleverd, maar zo'n compacte collectie topstukken in één keer is geen dagelijkse gebeurtenis. Reden om de presentatie daarvan met nadruk onder uw aandacht te brengen.

Niet toevallig viel het woord liefhebber al, waarachter een bedoeling schuilt. In de kunstwereld spreekt men graag van verzamelaar, maar in mijn ogen dekt dat voor veel kunstkopers de lading niet. Een liefhebber wacht soms jaren voordat hij/zij zich laat overrompelen. Dan is een aanwas van één per jaar nog veel. De collecties die zo onstaan zien er ook anders uit dan de regelmatig terugkerende tentoonstellingen van de betrokken kunstenaar. Die namelijk weerspiegelen ook de ups en downs van het dagelijks leven, al moet u dat ook weer niet te letterlijk nemen. Maar als ik stel dat er dan altijd wel een minder spannende tussen zit, dan begrijpt u wat ik bedoel. En dan begrijpt u ook dat zo'n strenge selectie als deze in zeker opzicht een geflatteerd beeld geeft, wat overigens ook gebeurt als een curator in een museum een tentoonstelling samenstelt. Wat me beweegt deze liefhebber de eretitel van curator avant la lettre toe te kennen.

Karel Sirag is dolblij dat de mens in staat is tot stomme streken, of laat ik het anders formuleren, dat de mens op zijn/haar dwaaltocht naar de waarheid zulke merkwaardige verzinsels aaneenrijgt. Met andere woorden, hoe respectabel het streven van veel kunstenaars om de mensheid op andere gedachten te brengen ook is, Sirag hoopt de jaren die hem nog zijn gegund door te brengen met het in beeld brengen van vergeefse pogingen de geheimen van ons bestaan te ontsluieren. Het spreekt vanzelf dat het met de kennis van nu makkelijk praten is, maar soms is vooruitgang niet tegen te houden. Waar Sirag dan weer op reageert door de weergave van al die uitglijers heel vilein piepklein te maken, opdat de sensatie van zijn visuele receptuur wordt verlegd naar het gevoel naar een andere wereld te kijken, en wij daardoor vergeten lering te trekken uit zijn wijze lessen. U gelieve deze informatie als vertrouwelijk te beschouwen. Soms is het beter mensen niet op andere gedachten te brengen.

Een tijdje terug las ik het boek 'Het eiland van de vorige dag" van Umberto Eco , waarin een Engelse schipbreukeling en een Duitse monnik , in de 17e eeuw aan de andere kant van de wereld gestrand op een ark-achtig schip vol planten en dieren, een discussie voeren over zwaartekracht, eb en vloed, de planeten van ons zonnestelsel, en verder een breed scala aan onderwerpen, en dat alles naar de toenmalige wetenschappelijke stand van zaken. In dit decor geeft Eco de lezer als het ware een inkijkje in de werking van de menselijke geest, dat illustreert hoe groot de honger naar kennis is, toen minstens zo groot als nu, en die lezer als met een tijdmachine terugvoert naar daadwerkelijke primitieve pogingen een klein stapje verder te komen, al zal het eeuwig zo blijven dat het zetten van dat stapje in eerste instantie de allure heeft van grensverleggende vooruitgang, zodat de tijdreiziger moet glimlachen om het mengsel van onzin en halve waarheden dat het duo uitkraamt, zoals wij die overigens kennen uit overgeleverde bronnen.

Bij nader inzien is er een verrassende gelijkenis met de uiteenlopende theorieën die in de huidige wetenschappen opgang doen, met alle respect overigens voor ieder die zich waagt aan het beschrijven van het onbeschrijfelijke, want eerlijk is eerlijk, zonder de potsierlijke onzin zoals Eco de schipbreukeling en de monnik die in de mond legt, waren we met de wetenschap nooit gekomen tot waar we nu zijn, dus ik leg u bij gelegenheid graag nog eens uit dat de met enige regelmaat in een hersenpan botsende neutrino's niet alleen zicht geven op nog veel meer onzichtbare en door alles heen dringende deeltjes - vooralsnog heel beeldend verwoord als donkere materie - maar ook dat de reacties die die deeltjes ontketenen het opzienbarende en onverklaarbare gedrag van Majorana-quasideeltjes (niet verzonnen!) zullen overtreffen, of verduidelijken - maar nu praat ik voor mijn beurt - en naar alle waarschijnlijkheid ook aan de basis hebben gestaan van het ontstaan van de menselijke hersenen, of desnoods van de exponentieële groei daarvan.

Waaraan ik hier graag toevoeg dat ik voorts van mening ben dat elke wetenschapper naar eer en geweten al zijn/haar bizarre hersenspinsels onbekommerd de wereld in dient te slingeren, aldus gehoorzamend aan de ongeschreven erecode die aan werkelijke vooruitgang van de wetenschap ten grondslag ligt, dat fantasie aan inzicht voorafgaat en niet andersom. Dat die fantasie, eenmaal als een nieuwe waarheid ingedaald, zoals ik hier al aanstipte, later als kolder wordt afgedaan, doet onrecht aan de werking van het menselijk brein. Maar ik dwaal af.

HMin of meer vergelijkbaar is het doen en laten van de schepsels die de miniaturen van Sirag bevolken. Om wetenschap gaat het niet zozeer, maar zou het kunnen dat de toeschouwer zich afvraagt hoe die wezens tot hun wereldorde zijn gekomen en of aan de manier van oplossen van de problemen die zich in het dagelijks leven kunnen voordoen een doelbewust besluit ten grondslag ligt, want kennelijk is er ergens in het verleden een andere afslag genomen, anders dan de onze althans. Stelt u zich voor dat de nabije toekomst uiteindelijk uitmondt in een leven zonder electriciteit, niet eens zozeer voortvloeiend uit de klimaatcrisis, maar als gevolg van een bombardement van onbekende deeltjes, verwant aan de raadselachtige neutrino’s, dat alle processen die van positieve en negatieve ladingen afhankelijk zijn, in de war schopt, en men zo alles wat men wil bewerkstelligen met de hand en met behulp van eenvoudige gereedschappen zal moeten klaren. Wat toch ook weer hoop geeft, in die zin dat we er ook bij ingrijpende veranderingen toch weer uit komen, of althans, dat die optie tenminste bestaat.

Nawoord

Om op die afslag terug te komen, de huidige ontwikkelingen laten onmiskenbaar zien dat het ook heel verkeerd kan uitpakken. Zo wordt alsnog duidelijk dat Sirag, hoe vermakelijk de strapatsen van zijn hoofdrolspelers ook zijn, hen met erbarmen portretteert en hiermee de dikwijls mankerende empathie als onderdeel van een positieve levenshouding pardoes aanreikt. En dat hij zich al heel lang realiseert dat hij zich hiermee in een slangenkuil begeeft, getuige dit schilderijtje uit 1980, en niet minder het portret met de vleugelnootneus uit 1979, die beide hors concours met deze kleine herdenkingstentoonstelling meeliften, niet om uw plezier te vergallen, maar gewoon, om even stil te staan bij het zeldzame verschijnsel dat ideologie en veranderingsdrift ook een vriendelijk, wat zeg ik, een humoristisch en zelfs hilarisch voorkomen kunnen hebben.

En zo komen we onverwachts uit bij het onmisbare vermogen tot zelfspot, als remedie voor al dat gekrakeel, maar dat helaas wereldwijd is ondergedoseerd. Bescheidenheid ware nog beter geweest, maar dat wordt in de wereld van nu makkelijk misverstaan als zwakte, en heeft als nadeel dat er weinig te lachen valt. Niet dat Karel mij zou gaan slaan als ik het hierbij zou laten, maar ergens (een woord dat ook hoop geeft als het gaat om missende materie en verder als stylistisch zwak Nederlands wordt beschouwd) willen we allemaal dat datgene waarvan we dachten dat de buit al grotendeels binnen was in de toekomst toch bereikt gaat worden: wereldwijd vrede, welstand en respect. Ik pleit voor het wonder - al klinkt dit woord in deze context bijna cynisch - dat Sirags prachtige miniaturen hier mede aan bijdragen. Dat dit meer weg heeft van een sprookje? Dat moet dan maar. Goedemorgen, niet aanvallen, maar aanpakken en volhouden. Met dank aan Karel Sirag.


TOP

A Prelude to Empathy

This catalogue has been published at the occasion of 9 miniatures, that came back from a private collection, shown at the art fair Kunst aan het Hof - Nooitgedacht, March 22-26, 2023, and is compiled and written by Koen Nieuwendijk, translation by Tekstwerk, Amsterdam. (16 pages, 9 full colour reproductions)


Although some of you may wonder to what extent my multiple decades of organising art shows have left me with a “been there, done that” feeling, I hasten to assure you that I’m actually as chipper as I ever was, and not just because as a natural late bloomer I’m quite happy to own up to it being my impression that I’m finally hitting my stride, but also because, believe it or not, I’ve been established as having become part of a genuine cycle (or “circus”, as it accidentally read in my first draft) at the point where the entire process comes full circle. A pleasing example is the charming collection of miniatures by Karel Sirag put together over thirty years ago by a great lover of the artist’s work, which now that the owner has passed away has returned to the gallery. And although in my many years as a gallery owner I have been fortunate enough to experience the atmosphere of recognition and contemplation that welcoming such “homeward bounders” tends to trigger, at the same time I feel obligated to stress the importance of such a cohesive collection of masterpieces as the one at hand being put on display for all of you to enjoy.

My use of the word “aficionado” is by no means accidental. Although the artistic community has a fondness for the word “collector”, this in my opinion is not necessarily how the buyers of works of art see themselves. As it can take the genuine aficionado years to succumb to a work by his or her favourite artist, this would make the acquisition at a rate of a single work of art per year nothing short of impressive. The resultant art collections are different from the regularly recurring exhibitions of works by the artist in question in that the latter bear witness among other things to the highs and lows of everyday life. I don’t mean this in an overly literal sense, but you’ll get my drift when I say that such regular exhibitions can hardly avoid featuring the odd “plain vanilla” piece, and you’ll appreciate at the same time that a stringent selection such as the one at hand presents a more or less flattered picture (in much the same way as happens when a museum curator puts together an exhibition) – all of which warrants my bestowing the honorary title of “curator avant la lettre” upon Louis C.

Karel Sirag is overjoyed at the capers mankind tends to engage in, or perhaps I should rephrase that by pointing to the bizarre fabrications the average person strings together in his or her quest for the truth. Put differently, no matter how respectable the efforts undertaken by so many artists to change mankind’s mind may be, Sirag blithely continues to look forward to devoting his remaining years to capturing our scuppered attempts at unveiling the mysteries of human existence. Hindsight is twenty-twenty vision and all that, but sometimes progress is simply unstoppable – to which Sirag quite wickedly responds by miniaturising the depiction of all these blunders so as to commute the atmosphere evoked in us by his visual formulations to a sense of being presented with an alternative world, causing us in the process to overlook the wise lessons he is presenting us with. You will appreciate that I’m telling you this in confidence. There are times, after all, when doing nothing to change people’s minds is the preferred option.

Some time ago I was reading “The Island of the Day Before”, Umberto Eco’s historical novel set in the 17th century about an English castaway and a German monk who, stranded on an ark-like ship full of plants and animals on the other side of the world, spend their time discussing all sorts of topics such as gravity, the tides, the planets of our solar system and many other themes, all of this against the backdrop of the then scientific state of affairs. Eco by allowing the reader a “sneak peek” into the workings of the human mind illustrates the voraciousness of the quest for knowledge, which – make no mistake – at the time was at least as compelling as it is today, and in doing so time-travels the reader back to actual attempts – be they primitive – at getting ahead (even though taking such an initial step for ever more will bask in the glow of ground-breaking progress) and making the time traveller smile at the complete rubbish mixed with half-truths (the way we know them from surviving sources, I should add) the shipwrecked duo bandies about.

On second thought a striking likeness presents itself between the above and the divergence of theories as per contemporary science, with all due respect, I hasten to add, to anyone who has the courage to try and describe the indescribable. After all we’d never have amassed today’s scientific knowledge reached if it hadn’t been for the gibberish talk Eco has his castaway and monk exchange. I’ll be happy on a more appropriate occasion to explain to you that not only do our recurrently colliding intracranial neutrinos provide an insight into a whole host of other particles which are as invisible as they are all-penetrating and which for now we have most tellingly dubbed “dark matter”, but that the reactions triggered by these particles moreover are destined to surpass the sensational and inexplicable behaviour of Majorana quasi-particles (and no, the name is not a figment of my imagination) or at the very least clarify it, as out of turn as I am speaking when I say his, as well most probably as their having been at the base of the genesis, or of the exponential growth if nothing else, of the human brain.

To which I would add that all scientists in my opinion have a duty unreservedly to unleash the bizarre figments of their imagination upon the world, in deference to the unwritten code of honour in which true scientific progress is anchored, in that it is imagination which precedes insight rather than the other way around. The mere given that such a figment of the imagination, having taken root – as I mentioned before – as a “new truth”, may at a later stage end up being dismissed as drivel fails to do justice to the workings of the human brain. But I digress.

A certain parallel with the trials and tribulations of the creatures that populate Sirag’s miniatures cannot be denied, not so much in a purely scientific sense but more as regards the question of the spectator asking him or herself how these creatures have arrived at their world order and whether their approach to resolving everyday problems can be said to have come about in a purposely decisive manner, as it is evident that a different turn (to the one we have chosen, if nothing else) must have been taken at some past juncture. Just imagine if you will how the near future might eventually yield to a life without electricity, in response not so much to the climate crisis but more to a bombardment of unknown particles that are akin to our enigmatic friends the neutrinos, resulting in the disruption of the full complement of processes dictated by positive and negative charges and forcing us henceforth to achieve whatever it is we have set out to do with only the simplest manual tools. Which in turn offers hope by confirming our ability to sort things out (or at the very least the option we have of giving it our best shot) when faced with sweeping change.

Epilogue

Further to the “different turn” I mentioned just now, I would point out that current trends unmistakably show that things rather than sorting themselves out can also go horribly wrong, as a reminder of how Sirag notwithstanding the shenanigans of his protagonists portrays them with compassion and in doing so almost routinely adds an element of empathy – so often conspicuous by its absence – as part of a positive attitude to life. That Sirag in doing so has been aware for the longest time of his venturing into nothing short of a snake pit is confirmed by this miniature from 1980 and, to no lesser a degree, by his 1979 “wingnut nose” portrait. In adding these two paintings as an out-of-competition duo I hope to have created not a mood dampener, but a resting point for you to reflect on the rare phenomenon of ideology and the drive to bring about change coming across, by contrast to the way it is usually done, as soft-hearted and humorous, to the point even of hilariousness.

Which unexpectedly brings us to the indispensable capacity for self-mockery, globally underdosed as it unfortunately is, as a proven remedy for all this squabbling. Although modesty would have been the preferred term in my opinion, there is the risk these days of it being interpreted as weakness as well as it being devoid of humour. It’s not that I would expect Karel Sirag to slap me if I left it at this, but at the end of the day (such an uplifting expression when referring to missing matter even though it’s considered a total cliché) what we are all yearning for is the realisation of that which we thought we had largely achieved, by which I mean universal peace, prosperity and respect. Which makes me a staunch advocate of the miracle – near-cynical as the word may sound in this context – of Sirag’s miniatures making a contribution of their own to enabling this to be attained. Fairytale stuff, you say? Then so be it. It’s a brand-new day, time to tackle and persist rather than go on the offensive, courtesy of Karel Sirag.




TOP