Zomer
2001
De tentoonstelling van Alex de Vrede (zie Past Exhibits & Events) was een groot succes. Meer dan de helft van zijn schilderijen werd verkocht, onder andere naar Finland, Turkije en de Verenigde Staten, en natuurlijk bleven ook de Nederlandse liefhebbers niet achter. Eindstand Nederland-De Rest van de Wereld 4-5. Tijdens de tentoonstelling dook dit wat oudere schilderij uit 1992 op, getiteld "Who is Afraid of a Blue Tablecloth - The Second Act". Een achtergrondverhaal hierover vind u in Weekly 58. Op dit moment hangen in de galerie schilderijen van meerdere kunstenaars, waaronder dit drieluik van de Losgezongen Toets van Ben Snijders (met dank aan Museum de Buitenplaats in Eelde, dat het afgelopen seizoen onder deze prachtig klinkende titel een tentoonstelling van losser geschilderde figuratie organiseerde). In het najaar viert dit museum zijn eerste lustrum met een grote collectieve tentoonstelling, waarin ook vijf werken van Anneke van Brussel worden opgenomen. Terug naar de galerie: het hedendaags zilver is er niet meer weg te denken. Tussen al die andere, dikwijls forsere, stralende zilveren objecten staat heel bescheiden het "Gevoelig Schaaltje" van Jef Huibers. Dit zilveren miniatuurtje is een mooi voorbeeld van een voorwerp, waarvan de gebruiksfunctie nog steeds een rol speelt, maar waarvan de sculpturale kwaliteit in mijn ogen belangrijker is. Hoe geraffineerd is de voet van het schaaltje: een bolletje, asymetrisch bevestigd op een grillig gevormd geheel plat geslagen roestig stukje ijzer. 4 augustus 2001 Er zijn nog meer ontdekkingen te melden: twee vroege werken van Anneke van Brussel, die te zijner tijd ook in haar Virtual Portrait Gallery zullen worden opgenomen, maar nu in het echt te zien zijn, en een vroege Voorzaat van een markant gebouw in Zierikzee. (Aanvulling betreffende de Judaskus op 23 augustus 2001) De aanleiding van het schilderij "De Judaskus" was mijn verzoek aan alle kunstenaars om ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van de galerie een kunstwerk met een Bijbels thema te maken. De gedachte hierachter was dat veel in de huidige maatschappij korter of langer geleden in meerdere of mindere mate is beïnvloed.door het Christendom en wat daaraan vooraf ging. Anneke van Brussel koos spontaan voor het gebeuren van de Judaskus, maar wist niet hoe het verhaal precies ging. Haar moeder reikte haar een dikke bijbel aan, die zij opensloeg. En daar stond: "...toen trad hij tot hem en gaf hem de kus...". Van Brussel stond te trillen op haar benen. En ging schilderen. Van dit thema maakte zij drie schilderijen. Het kleine portretje, vrijwel monochroom geschilderd in olieverf, is autobiografisch, want gebaseerd op een jeugdfoto van Van Brussel. De veertjes, die het kind in haar handen houdt, zijn nooit meer uit haar leven verdwenen. De symbolische betekenis daarvan is apert: wat het leven haar vroeger te bieden had, of dat wat zij ervan apprecieerde, daar is zij nu meester over, want dat roept zij naar believen in haar schilderijen weer op. Het lijkt of Voorzaat met dit schilderij, dat dateert uit 1975, toen heeft willen bevestigen dat hij definitief had besloten zich alleen nog maar met schilderen bezig te houden. Door het gebouw in tegenlicht te schilderen leidt Voorzaat de blik van de toeschouwer naar uitgestalde schildersspullen op de tafel linksonder, waartussen ook een schilderijtje van een bol staat. Dit symbool zal in later jaren in vele uiteenlopende situaties en betekenissen terugkeren. De voorstelling lijkt ook op andere wijze symbolisch: datgene waar Voorzaat zo onvoorstelbaar in excelleert -licht in alle maten, soorten en gradaties van geheimzinnigheid- is nog vrijwel geheel verstopt achter het gebouw. |