BACK tot the exhibition
Van Bedoelen en Betoveren


Openingstoespraak op 6 maart 2010 door Koen Nieuwendijk

Welkom allen,



De kunstwereld, dames en heren, is raar. Naar verluidt en zoals het hoort streven kunstenaars tot hun laatste snik naar de ultieme vrijheid van denken en handelen, al dan niet doorstoofd met het heilige moeten van het verbeteren van de burger. Details bespaar ik u hier, er zijn boeken over volgeschreven, die u in een vrij moment kunt naslaan.

Maar wat niet tot uitputtens toe wordt beschreven en bediscussieerd is waarom die ultieme vrijheid dikwijls – of moet ik zeggen bij voorkeur - wordt gedefinieerd in termen van zaken die per sé moeten of juist totaal niet mogen. Ik beperk me tot de constatering, want ik heb het liever over iets dat mag. U hebt vast de afgelopen jaren wel eens horen roepen dat het weer mag, waarmee dan werd bedoeld dat realistische kunst weer uit de ban is gedaan, voorzover u al wist dat die ooit in de ban was gedaan.

Mocht u zich afvragen of er mischien een reden is aan te geven waarom het weer mag, dan heb u de juiste kritische vraag gesteld, want die reden is in nevelen gehuld. Begrijpelijk is dat wel, want die uitspraak leunt op het waarnemen van meer figuratie van het precieze soort dan ooit, dus is zo'n conclusie bij afwezigheid van voldoende achtergrondinformatie snel getrokken. Van de echte strenge kunstcohorten mag heel veel niet, dus, maakt u zich geen illusies, stillevens mogen nog steeds niet. Tenzij ze aan de dwingende voorwaarde van de aanwezigheid van een verhaal voldoen, dat even dwingend gestoeld moet zijn op maatschappelijke verbeteringsdrang.

U hebt misschien mijn ontboezeming in de catalogus van deze tentoonstelling gelezen, waarin ik mijn faux pas beken, dat zelfs ěk mij in een onbewaakt moment in deze zin kan laten beďnvloeden. Ik stip in mijn tekstje ook aan dat de essentie steeds maar niet in woorden is te vatten, en wat doe ik dus, ik maak - in letterlijke zin - een paar woorden zoek.*) Niet alleen de kunstwereld is raar, dames en heren, ik ben kennelijk ook raar dat me dat juist in deze context moet overkomen.

Gelukkig laat ik me in doorslaggevende mate beďnvloeden door de prachtige schilderijen die hier hangen. Voor deze voortdurende beďnvloeding, die meer doet dan welke uitleg ook, dank ik de schilders van deze tentoonstelling. En hiermee verklaar ik de tentoonstelling voor geopend.




*) Ik doel hier op het wegvallen van de laatste paar woorden van het tekstje op pagina 10 van de catalgus “Van bedoelen en betoveren”, terwijl ik al jonglerend met woorden tracht te betogen dat de essentie niet in woorden is te vatten, maar dat is niet hetzelfde als wegvallen…

Het had dus zo moeten eindigen:
…blijkt betovering als iets dat niet verklaard kan worden maar er wel is, zich naast de veramorfte relevantie als een
eerste levensbehoefte staande te houden.

TOP