Mijn positie van webmaster is een merkwaardige. Ik ben verantwoordelijk voor het technische deel van de site, maar los van de inhoud kom ik niet. Het is niet te voorkomen dat ik nadenk over wat ik in het kader van mijn technische taak allemaal zie passeren. Dan nog kan ik mijn commentaar voor me houden, maar er zijn situaties denkbaar waarin dat niet meevalt. Als compromis bedacht ik een bijdrage die het bestaande enthousiasme niet meteen de kop in drukt, maar misschien ook helpt te voorkomen dat het initiatief als een nachtkaars uitgaat. Maar dan moet ik op de eerste plaats bekennen hoe ik zelf faalde.
![]() Kroos: piepklein plantje, groot probleem Het onderwerp van de bekroosde sloten houdt de gemoederen, zeker van de diverse tuincommissies, al lang bezig. Mij ook. Zo besloot ik vorig jaar de technische en tactische tips, die op deze site ook te vinden zijn, in de praktijk toe te passen. Het leek me namelijk een eenvoudig en bevredigend karweitje, niet in het minst omdat het resultaat voor iedereen zichtbaar zou zijn. Ik begon met de planken, waarmee ik mijn stukje sloot aan twee kanten zou afsluiten voor drijvend onheil van de buren. Hoe begrijpelijk ik dit ook vind, het heeft ook iets onsympathieks, maar ja, waar begin je aan. Het complex houdt bij de stukjes sloot van de buren niet op, en voor je het weet doe je de hele laan van pakweg vierhonderd meter. Goede bedoelingen genoeg, maar niet uitvoerbaar. Toen al begon ik in mijn achterhoofd te zoeken naar vormen van automatisering. Maar terug naar de planken, die ik niet had. Een plank van een lengte van de volle breedte van de sloot is een joekel van ruim drie meter. Die heb ik niet liggen, en op de fiets vervoeren lonkt ook niet van harte. Helaas heeft de inkoop deze forse formaten ook niet staan. Het eerste weekend kwam het er dus niet van. De week daarop lag er na enig gedoe en geïmproviseer aan de ene kant een eigenlijk net iets te korte balk, waarmee ik de buurvrouw aan de ene kant ongevraagd toch een kleine dienst bewees door mondjesmaat vers kroos uit haar segment toe te laten, en hielp aan de andere kant het bruggetje om met een paar kleinere stukken hout en een paaltje mijn oogstareaal te begrenzen. De volgende stap was de derde plank, die van de ene naar de andere afscheiding getrokken moest worden. Ook dat werd een iets te kort balkje, bij nader inzien zo gek nog niet, want de kanten van de sloot kenden hier en daar obstakels, waar dit balkje dolgraag achter bleef hangen. Was dat balkje van de volle breedte geweest, dan had ik er alsnog een stuk af moeten zagen. Van nat hout wel te verstaan. De hamvraag evenwel was, hoe krijg ik dat balkje van A naar B. Met twee touwtjes lopend langs beide kanten van de sloot gaat dat best, maar ik was alleen. Ook dit was oplosbaar door de beide touwtjes, bevestigd aan de uiteinden van de balk, na een paar meter aan elkaar te knopen, en vervolgens aan dit knooppunt een enkel touw te bevestigen, waaraan ik, staande op mijn bruggetje, de balk met een vracht kroos ervoor naar mij toe kon trekken, onderwijl het touw op een geïmproviseerde haspel oprollend, want de eerste keer mondde dat uit in een onontwarbare berg nat touw vol kroos. ![]() Mijn stukje sloot Ik moet toegeven, zeker in het begin schiep het kroos scheppen grote voldoening. Vele makkelijk volgeschepte emmers heb ik onder de struiken leeggestort, want mijn compostbak zit elk jaar al in de lente propvol, dus al vreesde ik op iets illegaals betrapt te worden met dat storten, het kon de pret niet drukken. En al helemaal niet toen ik 's avonds een hoentje in mijn slootsegment heen en weer zag zwemmen. We knipoogden naar elkaar. De volgende ochtend volgde de ontnuchtering, want het door de zompige modderbodem diepzwarte oppervlak van het slootwater was weer geheel door die groene deken aan het oog onttrokken. Maar ik liet me niet kisten. Nog zeker vijf zondagmiddagen met tussenposen van afwisselend een en twee weken stortte ik me op het ritueel van het balkje trekken en emmertjes volscheppen. Ik heb nog niet eens beschreven hoe bedreven ik raakte in het dwars lanceren van de trekpaal, terug naar het begin van mijn kroosplantage, waardoor die paal als het meezat tot halverwege het slootpartikeltje dreef, wat me weer een hoop gesjor en gelaveer tussen struiken, paaltjes en polletjes scheelde. Helemaal tot het eind raakte ik zelden, want daar stonden manshoge brandnetels. Die laat ik staan, want daar huist het koolwitje, maar weet mijn trekpaal veel. En zo kwam het dat ik meerdere machines heb bedacht waarmee het werk kan worden gedaan. De mooiste is een lage afzinkbare en op afstand bestuurde door zonnekracht aangedreven ponton, die in staat is onder de bruggetjes door te varen en zo het complete kroosoppervlak voor zich uit naar een ploeg scheppers op een bruggetje aan het eind van de sloot stuwt. Ik heb er ook een bedacht met raderen, voorzien van lekbakjes die het groene confetti van de zompigheid opscheppen en 180 graden verder op een lopende band met fietsaandrijving deponeren. Of wat denkt u van een eenvoudiger versie bestaand uit een drijvende dompelpomp, die water en kroos geruisloos oeverwaarts pompt in een bak met een zeef, waar het water doorheen terug kan vloeien. In de experimentele fase bevindt zich nog de chlorfophylmagneet, die te zwak is voor groter groeiend groengeweld, maar die piepkleine kroosblaadjes met wortel en tak naar ons welgevallige richtingen kan sturen, dus ook uit het water tillen en even verder weer loslaten. De uitschakelaar moet ik nog bedenken. Maar ook op een ander punt moeten we onze inzichten aanpassen. Als er dan zo onstuitbaar veel van is, als er zo kort achter elkaar zo uitbundig geoogst kan worden als dat met kroos kan, dan hoeven we alleen nog maar te verzinnen wat we er nog meer mee kunnen doen dan tot tuinmest verwerken. Zeg nou niet meteen benzine of alchohol voor voortdrijving, je duikt ten slotte ook niet vanaf de hoge in die dierbare sloten van ons, maar een nieuwe frisdrank mag toch niet worden uitgesloten. ![]() NAWOORD Het voorafgaande behoeft enige nuancering, in zoverre dat het niet alleen het knipogende waterhoentje was dat me voldoening gaf. Het droeg zeker bij aan de volharding waarmee ik mij menige zondag vermocht te vermannen om weer met de touwtjes, de palen en de volle emmers kroos aan de slag te gaan. Daardoor was mijn laag kroos wel degelijk meestal dunner dan die van de buren, al zag je het nauwelijks. Dat betekent dat mijn activiteiten niet nutteloos waren, maar als je die gaat vertalen naar wat binnen de normen van het volkstuingebeuren haalbaar is als er een beroep wordt gedaan op het gemeenschapsgevoel, dan gaan mijn antennes ongevraagd op mission impossible staan. Maar toch verdient het initiatief van Ton Dujardin, aan wie ik mijn ontboezeming opdraag, een beter lot. Ik ben het geheel met hem eens dat het zo zou moeten gaan, maar zo gaat het nu eenmaal niet. Dat is op voorhand bijzonder teleurstellend, en wat zou ik daar graag wat aan doen. Misschien kan ik na alle reeds genoemde utopische uitvindingen een eenvoudige oplossing aandragen. Hij zal in de praktijk moeten worden uitgeprobeerd, misschien kan een slimme geest de finishing touch aanbrengen, maar volgens mij is er licht aan de horizon. Als er namelijk sprake was van stroming in onze sloten, dan zou het kroos ergens naartoe drijven, op strategische punten kunnen worden tegengehouden, een bruggetje dus, en daar regelmatig uit het water geschept kunnen worden. Die doorstroming is er niet, maar die kan worden opgewekt. De hamvraag is hoevel kracht daarvoor nodig is. Veel water staat er niet in die ondiepe sloten, dus ik maak me sterk dat een continu draaiende dompelpomp, met de uitstroomopening steeds dezelfde kant op gericht (en met een flinke bos takken voor de instroomopening), een langzame maar gestage verplaatsing van het water op gang brengt, en daarmee het kroos. Die pomp moet dan wel in een sloot worden geplaatst die onderdeel is van een circuit, anders valt er niks door te stromen. Zo goed ken ik het complex niet om te weten of bijvoorbeeld de sloot van de Koekoeklaan een doodlopende arm is, maar het lijkt mij dat in ieder geval sommige andere sloten wel aan dat criterium voldoen. Mocht dit inderdaad lukken, dan zou de actie van Ton Dujardin wel eens tot het gewenste resultaat kunnen leiden. |