Over zaad, zaaien en delen
(deze informatie is afkomstig van www.denationaleproeftuin.nl) Over gezond biodivers zaad, en over het oogsten, drogen, bewaren en aanbieden daarvan, vertellen wij u op deze pagina graag iets meer. Daarnaast kunt u onze ruilbeurs natuurlijk gebruiken om andere vormen van plantaardig basismateriaal uit te wisselen, zoals stekken, enten, bollen of knollen. "Zaden zijn wat betreft het overleven zeer ingenieuze organen. Elk zaadje is een kunstwerkje op zich, een unieke levenscapsule die de blauwdruk bevat voor de hele plant, met elke cel, haar, nerf, kroonblad en wortel voorgeprogrammeerd, en zo wacht op ontkieming en groei om zich volledig te kunnen ontwikkelen." * * Uit: "Seeds" van Jekka MacVicar. Wat is gezond biodivers zaad? Stichting De Nationale Proeftuin vindt het heel belangrijk dat op haar zadenruilbeurs gezonde zaden (uit eigen tuin) worden uitgewisseld. Ziek materiaal kan een teleurstelling opleveren voor de ontvanger. Ook kan het in sommige gevallen bijdragen aan ongewenste ziektenverspreiding. Dergelijk zaad dient u dus liever niet aan te bieden. Gezond zaad komt van gezonde, vitale, mooie planten. Let u goed op symptomen van ziekteverwekkers in de plant (vooral virussen) en in het zaad zelf (virussen, maar ook schimmels en bacteriën). Als u verdenkingen hebt, kunt u het zaad beter niet aanbieden. 'Biodivers zaad' is de term die De Nationale Proeftuin gebruikt voor zaad afkomstig van planten, gewassen en bomen in tuinen en bloembakken van particulieren. Zelfbestuivers en kruisbestuivers Met betrekking tot zaad is de flora te verdelen in twee soorten: zelfbestuivers en kruisbestuivers. Zoals het woord al aanduidt zorgen zelfbestuivers zelf voor de bestuiving van hun bloemen. Hierbij kan de kwaliteit van het gewonnen zaad achteruit gaan, omdat veel zelfbestuivers voor een klein deel door andere planten bestoven worden. Kruisbestuivers daarentegen hebben een andere plant nodig om bestoven te worden. Hierbij worden ze vaak geholpen door insecten en wind. Bij kruisbestuiving gaat het stuifmeel naar de bloem van een andere plant van dezelfde soort. Sommige soorten lijken echter zo sterk op elkaar dat ze kunnen kruisen met als gevolg dat soorten zich gaan vermengen. Dit proces heeft invloed op de raszuiverheid. Zaad oogsten Zaad oogsten kan wanneer de zaden rijp zijn. Zaad is rijp wanneer het verkleurt of rammelt in de zaaddozen. Het ideale tijdstip om het zaad uit de zaaddozen te halen, is aan het einde van een zonnige dag, in de late namiddag of vroege avond, wanneer de plant zo droog mogelijk is. Pluk de hele stengel en bindt een papieren zak over de zaadlobben en hang de plant ondersteboven tot hij helemaal droog is. De zaden kunnen dan gemakkelijk worden losgeschud en onderin de zak worden verzameld. Lukt dat niet, dan kan het zaad binnenshuis worden gedroogd. Tot slot dit: bied alleen zaad aan uit eigen tuin, oogst dus niet in de openbare ruimte of in (beschermde) natuurgebieden. Zaad drogen en bewaren Goed zaad wordt op een natuurlijke manier droog. Zaad dat te lang nat ligt, gaat broeien. Het ziet er direct dof uit en verliest binnen enkele weken de kiemkracht, waardoor er geen of weinig plantjes uit zullen komen. Wanneer het zaad bij de oogst nog vochtig is, kunnen de zaden in een droge en goed geventileerde ruimte op een doek of krant te drogen worden gelegd. Van het even snel bij de kachel of de centrale verwarming laten opdrogen, gaat het zaad dood. Doe het gedroogde zaad in papieren zakjes en noteer daarop de Nederlandse en Latijnse naam. Bewaar het zaad op een droge, goed geventileerde plek. Later kan het zaad worden ‘geschoond', oftewel worden ontdaan van vliesjes en ongerechtigheden. Zaad langdurig bewaren kan bijvoorbeeld in een tupperwaredoos in de koelkast. Het blijft dan jarenlang kiemkrachtig. Tip: Voor het bewaren van kleine hoeveelheden zaad zijn pergamijnen postzegelzakjes zeer geschikt. Dergelijke zakjes van transparant papier zijn te koop in de filateliewinkel en sommige kantoorboekhandels. Zaaien en delen Men kan stellen dat één- en tweejarige planten in hoge mate zijn aangewezen op vermeerdering door zaad. De meeste soorten maken er dan ook erg veel van, om zeker te zijn dat er tenminste een paar zaden op een goede plaats vallen. En de mens maakt daar weer gebruik van door meteen het zaad op de goede plaats te leggen en houdt dan een hoop zaad over. In het geval van granen levert ons dat dan een flink verschil op, waarvan we brood kunnen bakken. Als we deze soorten van generatie op generatie willen bewaren, betekent dat ook dat ze tamelijk zaadecht moeten zijn, dus dat ze dezelfde karaktereigenschappen ook aan een volgende generatie doorgeven. Als b.v. mijn dubbele madelieven een generatie enkele geven, betekent dat een verloop dat niet gewenst is, want ik verwacht dubbele terug te krijgen. Geldt uiteraard ook voor kleuren. Dit alles heet generatieve vermeerdering, van generatie op generatie. Ook vaste planten leveren zaad, maar ze geven vaak ook andere plantendelen die te vermeerderen zijn. Een bekend voorbeeld is bloembollen of sjalotten. In principe blijft dat jaar op jaar dezelfde plant, die niet verandert, alleen maar in stukjes uit elkaar valt en elk deel kan verder groeien. Die bloembollen zouden uit zaad misschien heel verschillende bloemen geven, maar omdat we dat zaad niet gebruikten, behalve om nieuwe soorten te kweken, komen we steeds dezelfde prachtige kleuren tegen, precies van die ene vorm die ook het vorige jaar al bestond. Dat zelfde doet zich ook voor bij aardappelen. In principe is dit een vorm van stekken, zoals dat bij weer andere planten mogelijk is, zoals bij bessenstruiken, waar wortels aan de takken gaan groeien, als ze in de grond worden gestoken, om op die manier weer verder te groeien. Van andere planten deelt men soms de wortelmassa en noemt dat scheuren, hetgeen in principe allemaal hetzelfde is. Een iets andere manier wordt gebruikt bij o.a. fruitbomen en rozen. Een tak wordt niet direct in de grond gezet, maar op een wortel van een andere (gezaaide plant) geënt. Zo wordt de wortel van een generatief vermeerderde plant gebruikt om een geënte plant te voeden. Soms is die wortel en onderstam het daar niet mee eens en probeert die toch zelf een boompje op te zetten. Dan kan men zien dat er onderaan takjes worden gemaakt die soms heel anders zijn dan de stam die erop staat. Die takjes haalt men weg, omdat anders de geënte plant tekort wordt gedaan. Al deze manieren, die niet met zaad te maken hebben, zijn eigenlijk klonen van de eerdere plant, ze zijn gewoon hetzelfde, als we even niet denken aan mutaties of toevallige celveranderingen. Deze manier van vermeerderen noemt men vegetatief. Zaad of ander materiaal aanbieden Eenmaal gedroogd, kunt u uw gezonde zaden aanbieden op de zadenruilbeurs. Ook gezond zaad in kleine hoeveelheden is welkom. Dit geldt natuurlijk ook voor de andere basisvormen van plantaardig materiaal, zoals enten, stekjes, knollen of bollen. Nota bene Bied geen zaad aan dat u buiten Europa gekregen, gekocht of verzameld hebt. Dat vragen we u omdat we dan in strijd kunnen handelen met het Verdrag inzake Biologische Diversiteit, dat met ingang van 1994 van kracht is geworden. Het is namelijk niet toegestaan om zonder toestemming van het land in kwestie zaadmateriaal uit te voeren. Dat zaad, en de plant die eruit groeit, valt onder de zeggenschap van het land van herkomst. Overigens voorkomen we op die manier ook de introductie van ziekten en plagen die in Nederlandse regionen niet voorkomen. |