BACK
* De Vier Jaargetijden in Honderd Kilo Zilver *


LENTE
Paul Pallandt

WINTER
Jan van Nouhuys

ZOMER
Jef Huibers

HERFST
At Brandenburg

Info vragen per E-mail                     Feiten & achtergronden
*
Speurtocht naar een Zilveren Horizon.

Met enige verbazing kijk ik terug op zeven jaar zilver. Het patroon van de wegen die ik beging is grillig, het landschap eigenlijk nog in mist gehuld. Voorzichtig, zegt mijn engelbewaarder, de tijd moet nog een oordeel vellen, kijk dus uit wat je beweert. Maar wie niets durft te veronderstellen, kan ook zijn ontdekkingen niet delen.

Zomer 1995 dwarrelde er een brochure van Goudji op mijn bureau. Ik keek bevreemd naar een onaardse sculptuur, die later een theepot bleek, met vleugels, royaal ingelegd met edelstenen. Na een maand of twee -ik keek dagelijks naar dit gebruiksvoorwerp met mythische dimensies- kreeg ik een schok. Opeens drong het tot mij door, ik moest de maker van dit moois ontmoeten, zijn werk moest in de galerie.

Het duurde nog weer jaren voordat mijn ogen waren gewend aan wat er in Nederland met zilver gebeurt. In ons land zijn al meer dan een decennium enkele mensen actief om de zilversmid zijn bewustzijn als kunstenaar te hergeven. De Stichting Zilver in Beweging, in 1990 opgericht door Jan van Nouhuys, daagde uit, reikte thema's aan, en organiseerde tentoonstellingen en symposia.

Zo naderen we de cruciale vraag wat er zo bijzonder is aan zilver dat het geoorloofd lijkt te spreken van een aparte tak van de beeldende kunst, in plaats van die te zien als de zoveelste loot aan de stam van de beeldhouwkunst in bredere zin. Al jaren probeer ik te verwoorden wat zilver doet met licht, maar al zou ik daarin slagen, voldoende is dat niet. Sterker nog, de luxe uitstraling van het materiaal zilver en de associatie met luxe gebruiksgoederen dwarsboomt eerder de ongebondenheid, die kunst eigen is, want als kunst een gebruiksfunctie moet hebben, dan hebben we het eigenlijk over design. Toegepaste kunst heette dat vroeger, in het artistiek puriteinse Nederland inmiddels een soort contradictio in terminis, in de zin van haaks op het vrije kunstenaarschap.

Dus weet de zilversmid zich te ontworstelen aan het regiem van de luxe dingen, dan opent zich opeens een vergezicht van onvermoede mogelijkheden. De magie van het zilver kan niet anders dan een combinatie van meerdere factoren zijn: Zo'n typisch geval van een omslag die voortkomt uit een veelheid aan aardse details, en die uitmondt in dat onbenoembare.

Al deze overwegingen en nog meer speelden door mijn hoofd voordat ik aan het formuleren van het thema van deze tentoontelling toekwam. De woorden hypothese en experiment liggen nu voor op de tong, maar bescheidenheid, leert de tijd, geeft ruimte voor reflectie. Het is te vroeg voor een oordeel, maar toch, we mogen kijken, aanwezig zijn bij de geboorte van iets bijzonders, waar pas over decennia een rijper oordeel kan worden geveld. Midden in een uitdaging, in een gistingsproces, in een onvoorspelbare in zilver gevatte toekomst: is dat spannend of niet.

De vraag rees vervolgens welk thema voldoende ruimte kon laten om niet in de sfeer van een gebonden opdracht terecht te komen. Omdat een galerie nu eenmaal geen servieswinkel is, ligt het voor de hand dat bij de selectie van zilveren objecten de sculpturale uitstraling veel belangrijker is dan een eventuele gebruiksfunctie. Ook dat is terug te vinden in de keuze van het thema. Het is overigensde vraag of ik de moed zou hebben een opdracht als deze te formuleren, als niet kunstenaars als At Brandenburg en Jef Huibers al duidelijk het bestaansrecht van de vrije zilversculptuur hadden bewezen.

Wat ik tot nu toe heb gezien is veelbelovend. Door de vrije interpretatie van het thema is het niet een vierluik geworden, zoals men zich dat kan voorstellen als een schilder vier schilderijen van dezelfde maat maakt. Al schrijvend krijg ik een visioen van een immense kast met vier gelijke vakken, waarin de vier zilversculpturen staan opgesteld, waardoor, hoe verschillend ze ook zijn, een onderlinge band ontstaat. Dit komt overigens niet uit de lucht vallen omdat in een vroege fase van dit project, toen naam en thema nog niet uitgerkistalliseerd waren, er sprake was van De Kast als thema, waarbij het lege inwendige plaats kon geven aan wat ook maar zou ontspruiten aan de geesten van de kunstenaars. Het kastidee kwam weer voort uit het gewenste formaat: groot, voor zilver buitengewoon groot. De reacties van de zilversmeden waren hoopgevend. Zij voorzagen technische problemen, die zij bij wat zij kenden van het veel kleinere "groot zilver", zoals de grotere gebtuiksvoorwerpen worden aangeduid, niet gewend waren. Hetgeen dus eigenlijk betekent dat zij zich buiten gebaande paden moesten begeven.

Er was nog één probleem niet opgelost. De hoeveelheid zilver, benodigd voor dit project, lag niet zo maar klaar op een plank. Toen dus de reacties op alle fronten positief bleken besloot ik per edelsmid een zekere hoeveelheid zilver ter beschikking te stellen. Ik begon bij vijf kilo per persoon, schoot snel omhoog naar tien kilo, en tenslotte kwam het totaal aardig in de buurt van honderd kilo zilver. En zo kwamen ideaal en sensatie samen in wat de titel werd van dit project:

De Vier Jaargetijden in Honderd Kilo Zilver.

De bekendste van het viertal zilversmeden is Jan van Nouhuys. Zijn sculptuur verbeeldt de winter, en is geënt op het verhaal "De leeuw in de kleerkast" van C.S. Lewis. Dat gaat over een jongetje, dat al verstoppertje spelend in een groot leeg landhuis via een kast vol bontjassen zonder achterwand terecht komt in het land, dat Narnia heet, en waar het altijd winter is. De tinkelende reflectie van de op een speciale manier met een hamer bewerkte zijkanten van zilveren platen die tot deuren zijn getransformeerd, laten je het bevroren landschap haast voelen. In zijn vrije werk blijft Van Nouhuys doorgaans veel dichter bij objecten die nog een gebruiksfunctie hebben, maar de monumentaliteit die hij die voorwerpen meegeeft, doet die functie zonder moeite vergeten.

At Brandenburg koos spontaan voor de herfst. Brandenburg neemt in de zilverwereld een aparte plaats in. Al jaren maakt hij ongewone sculpturen, waarin andere materialen een zelfstandige rol spelen. Dat kan een stuk zwart marmer zijn, of roestige onderdelen van onbestemde machines. Als er iemand is die resoluut de codes van het genre overboord heeft gezet, dan is hij het wel. En ben je net gewend aan sculpturen als "Lekkage" of "Verstild", dan verbaast hij met een koffie- en theestel, met onvoorstelbaar vakmanschap geconstrueerd, dat in zijn vormgeving rakelings langs de stijlgrenzen van Art Deco scheert, maar onder meer door een onverwacht grillig patroon in de zigzaglijnen met een plof de toeschouwer weer in de eenentwintigste eeuw zet. Zijn sculptuur "Herfst" heet eigenlijk "Het Toppunt van Herfst". In het kleine kamertje op de vier dunne staken staat een zilveren bedje, met zilveren dekbed, dat half is opengeslagen. Op de grond ligt een minuscuul eikeltje. Een man zal dat maar vinden, in de herfst van zijn leven.

De rol van Jef Huibers in de zilverwereld is een merkwaardige. Zelf is hij geen zilversmid, maar schilder en ontwerper. Veel van zijn ideeën zijn uitgevoerd in de studio van Jan van Nouhuys, zoals ook zijn sculptuur Zomer. In de drie opgestapelde houten kistjes verbeelden de drie zilveren voorwerpen de verschillende stadia van de zon, vanaf de ochtendstond tot het midden van de dag, als de koperen ploert met zijn stekende stralen hoog aan het firmament staat. Als men het oeuvre van Jef Huibers bekijkt, blijkt dat hij zich op zijn manier aan veel gebruiken van het métier heeft onttrokken, en tot een vormgeving en materiaalgebruik is gekomen, die min of meer fungeren als voorbeeld van hoe het ook anders kan.

Paul Pallandt (1951), die als vierde zilversmid op zich heeft genomen de lente in zilver te symboliseren, is nog in volle strijd met het edele metaal, waarmee hij enerzijds het uitbotten en openbarsten van de knoppen wil treffen, en dat hij anderzijds wil gebruiken om dat nieuwe heldere licht, dat mensen het gevoel van herborenheid geeft, zowel te vangen als opnieuw de wereld in te sturen. De hier afgebeelde sculptuur sluit naadloos aan bij de vrije manier waarmee Pallandt met zilver omgaat. Ik typeer hem wel eens als de impressionist onder de zilversmeden, waarmee ik doel op zijn durf om soms te kiezen voor de schoonheid van het ruwe, en niet alles tot in detail af te werken. Zijn schaal, "Volle Maan", gemaakt van zilver, smeedijzer en bladgoud, is daar een mooi voorbeeld van.

Voorlopige epiloog.

Uit de reacties, die ik in de galerie op de geëxposeerde zilveren objecten krijg, niet alleen van Nederlanders, maar juist ook van buitenlanders, komt naar voren dat hier iets bijzonders gaande is. Hoewel het zeker is dat ik mij niet aan subjectiviteit kan onttrekken, durf ik toch te stellen dat wij getuige mogen zijn van het begin van een nieuw hoofdstukje in de beeldende kunst. Je hoeft zoiets eigenlijk niet hardop zeggen, maar in het verborgene laten, dat hoeft nu ook weer niet.

Koen Nieuwendijk.

*
TOP